Het controlelampje (5) gaat branden, hetgeen
•
aangeeft dat het apparaat op het lichtnet is
aangesloten.
Zodra het water in de stoomreiniger de voor
•
gebruik vereiste druk heeft bereikt, dooft het
controlelampje (5) om aan te geven dat het
apparaat bedrijfsklaar is. Dit hele proces duurt
ongeveer 5 minuten. Tijdens het gebruik gaat
het controlelampje afwisselend aan en uit. Dit
betekent dat de stoomreiniger de vereiste druk
opbouwt.
Druk om stoom te produceren op de stoom-
•
knop (2) en zet de schakelaar (0) in de stand
ON
Wij raden u aan, de stoomknop (2) meermaals
•
kort in te drukken in plaats van één keer lang.
Zo blijft de druk in het reservoir behouden.
Zet zodra u met de stoomreiniger klaar bent de
•
schakelaar (0) in de stand off en trek de stek-
ker uit het stopcontact. Wacht tot het apparaat
afgekoeld is om de hulpstukken te verwijderen.
HULPSTUKKEN
Kegelvormig mondstuk (10)
Steek het kegelvormige mondstuk (10) zodan-
•
ig in de opening (4) dat de lipjes van het kegel-
vormige mondstuk passen in de uitsparingen
van de opening (4) en draai het vervolgens
maximaal rechtsom (Fig. B).
Ronde borstel (8) en schuin mondstuk (9)
Plaats deze hulpstukken in het kegelvormige
•
mondstuk (10) of in de slang (14) (Fig. D en E).
Slang (14)
Indien u een moeilijk toegankelijke plaats wilt
•
reinigen, dan kunt u daar de slang voor ge-
bruiken.
Bevestig de slang op dezelfde manier aan het
•
apparaat als het kegelvormige mondstuk (10).
Breng aan het vlakke einde van de slang een
•
van de meegeleverde delen van het hulpstuk
aan.
Hulpstuk voor het reinigen van ramen en we-
efsels (11-12)
Gebruik deze hulpstukken het reinigen van vlo-
•
eren, ramen, meubels, sofa's, textiel, enz.
De doek (13) dient voor delicate oppervlakken,
•
zoals sofa's en fauteuils.
NA GEBRUIK VAN HET APPARAAT:
Trek de stekker uit het stopcontact.
•
Wacht tot de stoomreiniger is afgekoeld om
•
hem te reinigen.
Druk op de stoomknop (2) om alle stoom te lat-
•
en ontsnappen.
Draai de veiligheidsdop (3) langzaam los.
•
Plaats het apparaat schuin zodat het resteren-
•
de water uit het reservoir kan weglopen.
Spoel het reservoir af om de verzamelde
•
kalkresten te verwijderen. GEBRUIK GEEN
AZIJN OF ANDERE ONTKALKINGSMIDDEL-
EN.
Was de hulpstukken in een sopje af.
•
Dompel de romp (1) NOOIT onder in water.
•
Bewaar de stoomreiniger op een droge en koe-
•
le plaats.
REINIGING
Trek de stekker uit het stopcontact en laat het
•
apparaat afkoelen alvorens het te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige
•
doek met een paar druppels afwasmiddel en
droog het daarna goed af.
Gebruik geen oplosmiddelen of producten
•
met een zure of basische pH zoals bleekwa-
ter, noch schuurmiddelen, om het apparaat
schoon te maken.
Dompel het apparaat niet onder in water of
•
een andere vloeistof en houd het niet onder de
kraan.
BEHANDELING VAN KALKAANSLAG:
Voor een perfecte werking van het appa-
•
raat moet het vrij zijn van kalk- of magnesiu-
maanslag ten gevolge van hard water.
REINIGING VAN DE KETEL
Verzeker U ervan dat het apparaat afgekoeld
•
is (wacht minstens 3 uur na het uitzetten van
het apparaat).
Forceer de opening van de veiligheidsdop niet
•
en controleer dat het apparaat niet onder druk
staat voordat u het opent.
Vul de tank met water en voeg het gekozen
•
ontkalkingsproduct toe.
Laat het product werken in overeenstemming
•
met de gebruiksaanwijzing.
Schud de tank flink en laat hem leeglopen.
•
Herhaal deze procedure indien nodig.
•
elektrische en elektronische apparaten en de
•
richtlijn 2009/125/EG met betrekking tot de ei-
sen inzake het ecologisch ontwerp van ener-
gie-gerelateerde producten
NL