• Vermijd de volgende invloeden:
Direct zonlicht
Warmtebronnen (bijv. radiators)
Elektronische toestellen (bijv. HiFi-toestellen, kantoortoestellen of microgolftoestellen)
Indringend vocht of vloeistoffen
Agressieve vloeistoffen of dampen
Sterke stofontwikkeling
• Gebruik het toestel niet in vochtige ruimten of explosiegevaarlijke omgevingen.
• Open alleen de delen van het toestel die aangegeven zijn in de montage-/gebruiksaanwijzing.
• Raak de contacten nooit aan met spitse, metalen of vochtige voorwerpen.
• Als het toestel niet vast gemonteerd wordt, plaatst u het toestel of het toebehoren op een slipvrije onderlaag.
• Reinig het toestel alleen met een lichtjes bevochtigde doek.
• Gebruik alleen het toegelaten toebehoren.
• Op het toestel mogen alleen randapparaten aangesloten worden die SELV-spanning (veiligheidsspanningskring) levern en/of beant-
woorden aan ETS 300047. Het correcte gebruik van goedgekeurde randapparaten voldoet aan dit voorschrift.
Netaansluiting (230V~ net)
• Houd er rekening mee dat de elektrische aansluiting (stopcontact met aardcontacten) voor het toestel (en eventuele bijkomende to-
estellen) geïnstalleerd moet worden door een erkende elektromonteur om lichamelijke letsels of materiële schade te voorkomen!
• Als voor uw toestel een functionele aarding voorzien is, sluit u deze aan voor u het toestel aansluit op het stroomnet.
• Daar uw telefooncentrale over een aardingsaansluiting beschikt, moet zich in de buurt van de montageplaats een "aardleiding" (wa-
terleiding, vewarmingsbuis of equipotentiaalrail) bevinden. Deze aansluiting is nodig bij het gebruik van zekeringsmodules (FSM).
De verbinding met de telefooncentrale wordt gerealiseerd met een kabel van tenminste 2,5 mm
• Als u randapparaten gebruikt die via USB of RS232 met de telefooncentrale verbonden zijn, moet u de aarding installeren daar deze
apparaten anders kunnen gaan brommen.
• Sluit de telefooncentrale indien mogelijk aan op een afzonderlijke 230 V~-stroomkring. Op die manier wordt uw telefooncentrale
niet buiten werking gesteld door kortsluitingen in andere toestellen.
• Wij adviseren de telefooncentrale te installeren met een overspanningsbescherming, ter bescherming tegen overspanningen zoals ze
bijv. optreden tijdens een onweer. Voor meer informatie neemt u contact op met uw elektromonteur.
Voedingseenheid
• Gebruik alleen de meegeleverde of als toebehoren verkrijgbare voedingseenheid.
• Gebruik geen voedingseenheden die zichtbaar beschadigd zijn (breuken of barsten in de behuizing).
Werken aan het open toestel (bijv. aansluitklemmenveld)
• Trek altijd de stekker of de voedingseenheid uit het stopcontact voor u het deksel verwijdert en wijzigingen aanbrengt aan de aans-
luitklemmen. Sluit de behuizing voor u de stekker opnieuw in het stopcontact steekt .
Toestellen met accu
• Gebruik alleen de meegeleverde of als toebehoren verkrijgbare accu's.
• Gebruik de accu alleen voor de vastgelegde doeleinden. Gebruik nooit een accu's die beschadigd of verbruikt zijn.
• Laat de laad- en accucontacten nooit in contact komen met geleidende voorwerpen, zoals bijv. sleutels, paperclips, ringen of armban-
den.
• Verbruikte accucellen moeten overeenkomstig de wettelijke bepalingen verwijderd worden. Zorg ervoor dat de cellen in een recycla-
gecentrum verwerkt worden! Werp accucellen nooit in het vuur.
Draadloze toestellen (bijv. DECT, Bluetooth)
• In bepaalde gevallen kunnen medische toestellen beïnvloed worden door ingeschakelde snoerloos toestellen. Volg daarom steeds de
plaatselijke voorschriften.
• Gebruik de snoerloose toestellen niet in voertuigen of explosiegevaarlijke omgevingen.
Montage
Montageverloop
In dit hoofdstuk wordt het verloop van de montage op de muur beschreven. Volg precies de gegeven instructies.
Neem steeds de veiligheidsinstructies in acht.
Nederlands
2
.
3