SOLAC Smart HU1059 Instrucciones De Uso página 23

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 1
knop niet werkt.
Het apparaat niet bewegen terwijl het werkt.
Het apparaat niet omdraaien terwijl het in ge-
bruik is of aangesloten is op het stroomnet.
De stekker van het apparaat uittrekken als het
niet gebruikt wordt en alvorens over te gaan tot
het reinigen, tot enige regelingen.
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk
gebruik, niet voor professioneel of industrieel
gebruik.
Houd dit apparaat buiten bereik van kinderen
en/of personen met lichamelijke, zintuiglijke
of geestelijke beperkingen, of met een gebrek
aan ervaring en kennis
Het apparaat niet blootstellen aan extreme
temperaturen.
Het apparaat op een droge en donkere plaats
opbergen en bewaren.
Vul het reservoir altijd met schoon water. Aan-
bevolen wordt om gefilterd of gedestilleerd wa-
ter te gebruiken. Gebruik geen mineraalwater.
DOE HET WATER NOOIT IN DE VERNEVE-
LINGSKAMER.
WAARSCHUWING: Op oppervlakken en voor-
werpen in de buurt van het apparaat kan con-
dens ontstaan.
Plaats het apparaat op een stevige ondergrond
op ongeveer 0,5 a 1 meter boven de vloer. Ge-
bruik het nooit op vloerhoogte. Houd het nooit
schuin. Zorg ervoor dat het apparaat goed
vaststaat om te voorkomen dat het omvalt.
Verzeker u ervan dat het oppervlak waarop u
het apparaat geïnstalleerd of neergezet hebt
bestand is tegen vocht.
Plaats de neveluitgang niet dicht bij meubels,
muren, ramen, televisietoestellen of andere
apparaten die door vocht beschadigd kunnen
raken. Overmatig of onjuist gebruik van het ap-
paraat kan leiden tot een overmaat aan vocht
in de lucht, waardoor er water (condens) kan
neerslaan rond de luchtbevochtiger.
Gebruik het apparaat niet bij een relatieve
luchtvochtigheid van meer dan 55%. Contro-
leer regelmatig met een vochtmeter of de rela-
tieve luchtvochtigheid van de omgeving deze
waarde niet overschrijdt.Een goede relatieve
luchtvochtigheid bedraagt ongeveer tussen de
40% en 60%.
De aanbevolen omgevingstemperatuur is
18-22 ºC. Gebruik het apparaat binnen deze
temperaturen. Onder deze temperatuur kan de
omgeving geen vocht meer opnemen en kan
er gemakkelijker condensvorming ontstaan.
Laat het apparaat niet onbeheerd achter wan-
neer het aanstaat.
Geen essentiële oliën gebruiken aangezien
deze de werking van het apparaat nadelig be-
invloeden.
SERVICE:
Een onjuist gebruik, of een gebruik dat niet
overeenstemt met de gebruiksaanwijzing, kan
gevaar inhouden en doet de garantie en de
aansprakelijkheid van de fabrikant teniet.
BESCHRIJVING
1 Aan/uit-schakelaar; Nevelregelaar; Aan-/
uitlampje; Controlelampje reservoir leeg
2 Waterreservoir
3 Dop waterreservoir
4 Neveluitgang
5 Onderstuk
6 Transducer
7 Intern waterreservoir
8 Netsnoer
GEBRUIKSAANWIJZING
OPMERKINGEN VOORAFGAAND AAN HET
GEBRUIK:
Verzeker U ervan dat al het verpakkingsmate-
riaal van het product verwijderd is.
GEBRUIK
1 Maak het waterreservoir (2) los van het on-
derstel (5). Afb. 1.
2 Draai het om en draai de dop aan de onder-
kant (3) linksom los. Afb. 2.
3 Vul het reservoir met koud kraanwater (18-
22ºC) , zonder het volledig te vullent.
4 Plaats de dop terug. Laat hierbij de uitspa-
ringen van dop en reservoir samenvallen en
draai de dop rechtsom vast. Zorg ervoor dat
hij stevig dichtzit.
5 Draai het reservoir om en zet het zodanig
op het onderstel, dat het correct op zijn plaats
valt.
Wanneer u het waterreservoir (2) opnieuw op
het onderstel plaatst, zal een deel van het wa-
ter zich verplaatsen naar het binnenreservoir
(7). Dit hoort bij de normale werking van het
apparaat en is niet gevaarlijk.
6 Steek de stekker van de luchtbevochtiger in
het stopcontact.
7 Druk op de aan-/uitknop (1) twee of drie se-
conden. Het aan-/ uitlampje (1) wordt blauw.
8 Selecteer de gewenste hoeveelheid nevel
door de aan-uitknop (1) voor een grotere hoe-
veelheid of voor een kleinere hoeveelheid.
Wij raden u aan om met een lage vochtafgifte
te beginnen, om condensvorming te voorko-
men en daarna de vochtafgifte hoger af stellen
als dat nodig is.
Als er niet genoeg water in het waterreservoir
zit, gaat het controlelampje (1) rood branden
en stopt de verneveling. In dat geval moet de
luchtbevochtiger uitgezet worden en moet het
waterreservoir opnieuw gevuld worden alvo-
rens het apparaat weer aan te zetten.
NL

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido