Descargar Imprimir esta página

Controles Voor Gebruik; De Uitrusting Aantrekken - Honeywell AIRVISOR 2 Instrucciones De Uso

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 39
NL
Gebruik de uitrusting niet alvorens deze instructies gelezen te hebben en enige opleiding inzake het product
genoten te hebben.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD
De perslucht die geleverd wordt aan de producten van het gamma Airvisor 2 dient inadembaar te zijn
conform EN 12021. Honeywell beveelt het gebruik van filtersystemen van Clearflow aan om aan deze
norm te voldoen. De luchtkwaliteit dient op regelmatige tijdstippen gecontroleerd te worden door middel
van gepaste testvoorzieningen. Neem de volgende instructies in acht alvorens de werkzone te betreden.
DAC-modellen (met dubbelwerkende koppelingen) van Airvisor 2 beschikken over specifieke
dubbelwerkende aansluitingen voor de toevoer van perslucht, wat leidt tot een specifieke aansluitwijze
en extra bescherming tegen onverwachte loskoppelingen.

CONTROLES VOOR GEBRUIK

Controleer de werking van het waarschuwingsfluitje om te verzekeren dat het correcte volume lucht aan het ademhalingstoestel
geleverd wordt (zie onderstaande instructies).
Inspecteer de ganse uitrusting op beschadiging en let hierbij in het bijzonder op de slang, de voedingsleiding en de
gezichtsbescherming van de klep.
Gebruik het ademhalingstoestel niet wanneer de gezichtsbescherming of de verdeler op de luchttoevoerleiding beschadigd zijn,
aangezien dit de bescherming zal beïnvloeden.
Zorg ervoor dat de deksels van de klep een duidelijk zicht bieden.

DE UITRUSTING AANTREKKEN

Bevestig de riemen rond uw taille en stel deze af, zodat ze comfortabel zitten. Indien nodig trekt u de stoffen kap (25) aan, gevolgd
door het klepgeheel.
Hou de klep (6, 7, 8) omhoog en stel de kroonriem en de hoofdband af, zodat ze stevig vast zitten.
Verbind het uiteinde van de luchttoevoerleiding van de klep (5) met de kleine aansluiting voor snelle vrijgave aan een hoog debiet
(17).
Selecteer een luchtslang met een gepaste lengte (23) tot maximum 10 meter en verbind de aansluiting voor snelle vrijgave aan een
hoog debiet op de slang met de luchtinlaat (21) op het riemgeheel.
Sluit het andere uiteinde aan op de gefilterde luchttoevoer.
Voor DAC-modellen van Airvisor 2 dient u de groene luchttoevoerslang te gebruiken. Gebruik de blauwe
slangen voor standaardmodellen van Airvisor 2.
Sluit de luchtaangedreven tool (24) indien nodig aan op de luchtuitlaat (22) van het riemgeheel.
Schakel de luchttoevoer in en stel de druk af tussen 4,5 bar (61 psi) en 7 bar (102 psi) op de inlaat van het riemgeheel (zie Tabel voor
toevoerdruk hieronder). Zorg ervoor dat er geen lekken zijn. Indien het waarschuwingsfluitje geluid produceert, dient u de invoerdruk te
verhogen tot dit stopt. In het geval het fluitje niet stopt wanneer u de druk verhoogt, sluit u de luchttoevoer en start u opnieuw na de druk
afgesteld te hebben.
Het is belangrijk te weten dat de kits van Airvisor 2 en Airvisor 2 MV die gebruikt worden in combinatie met een extra luchtaangedreven
tool, of spuitpistool, een hogere invoerdruk vereisen (waardoor er een extra controle uitgevoerd moet worden). Indien u op de ze manier
werkt, dient de tool bediend te worden alvorens het ademhalingstoestel gedragen wordt - wanneer het waarschuwingsfluitje in deze
omstandigheden geluid produceert, verhoogt u de druk tot dit stopt. Zo wordt er verzekerd dat er voldoende lucht is voor zowe l de klep
van het ademhalingstoestel als de extra tool of het spuitpistool.
Breng de klep omlaag en voer indien nodig afstellingen uit aan de kroonriem en de hoofdband om ervoor te zorgen dat de
gezichtsbescherming correct rond het gezicht zit. Controleer op duidelijke zichtbare openingen tussen de huid en de
gezichtsbescherming. Indien er openingen waargenomen worden, stelt u het toestel opnieuw af tot deze gesloten zijn. U bent nu klaar
om
de
besmette
zone
bedrijfsomstandigheden, geeft dit aan dat er onvoldoende lucht naar de klep van het ademhalingstoestel stroomt - verlaat onmiddellijk
de besmette zone en verwijder de klep - verhoog de invoerdruk tot een gepast niveau.
Vervanging van het geheel luchttoevoerleiding en verdeler (alle modellen):
Indien de luchttoevoerleiding (5) versleten of beschadigd is, dient deze vervangen te worden om lekken te voorkomen.
Koppel de leiding los van de bevestigingspunten (aangesloten in inkeping achteraan het kopstuk en gemonteerd op twee vrije
borgpennen) en verwijder de verdeler van de centraal gemonteerde, gebogen houder nadat u de kap verwijderd heeft.
Installeer het nieuwe materiaal door zorgvuldig de schuimrubberen verdeler in de gebogen houder te voeren en de kap terug op de
correcte plaats te klikken.
Bevestig opnieuw de luchttoevoerleiding aan de klep / het frame door middel van de twee borgpennen en zorg ervoor dat de leiding
correct in de inkeping van het kopstuk zit.
Vervanging van wegwerpbare klepdeksels (alle modellen):
Breng het klepdeksel (9/10/11) over de metalen bouten op elke zijde van de klep.
GEBRUIKSHANDLEIDING ADEMHALINGSTOESTEL MET LUCHTTOEVOER
GELIEVE TE BEWAREN OM OP EEN LATER TIJDSTIP TE RAADPLEGEN
te
betreden.
Opgelet:
wanneer
het
waarschuwingsfluitje
NL-1
geluid
produceert
tijdens
normale

Publicidad

loading