Criteria bij het slijpen:
WAARSCHUWING:
afstand tussen de zaagsnijrand en de dieptevoe-
ler vergroot de kans op terugslag.
► Fig.24: 1. Lengte van het mes 2. Afstand tus-
sen de zaagsnijrand en de dieptevoeler
3. Minimumlengte van het mes (3 mm)
—
Alle messen moeten gelijk van lengte zijn. Door een
verschillende lengten van messen kan de zaagketting
niet gelijkmatig lopen en kan de zaagketting breken.
—
Slijp de zaagketting niet verder als de lengte van
de messen 3 mm of korter is. De zaagketting moet
worden vervangen door een nieuwe.
—
De dikte van spaanders wordt bepaald door de afstand
tussen de zaagsnijrand en de dieptevoeler (ronde neus).
—
De beste zaagresultaten verkrijgt u met de vol-
gende afstand tussen de zaagsnijrand en de
dieptevoeler.
•
Kettingmes 90PX: 0,65 mm
•
Kettingmes 91PX: 0,65 mm
•
Kettingmes 25AP: 0,65 mm
► Fig.25
—
De slijphoek van 30° moet voor alle messen gelijk
zijn. Bij verschillende slijphoeken zal de zaagket-
ting ruw en ongelijkmatig lopen, de slijtage toene-
men en de zaagketting kunnen breken.
—
Gebruik een geschikte ronde vijl tegen de tanden
zodat een correcte slijphoek behouden blijft.
•
Kettingmes 90PX: 55°
•
Kettingmes 91PX: 55°
•
Kettingmes 25AP: 55°
Vijl en vijlbeweging
—
Gebruik een speciale ronde zaagkettingvijl (opti-
oneel accessoire) voor het slijpen van de ketting.
Een gewone ronde vijl is niet geschikt.
—
De doorsnede van de ronde vijl voor elke zaagket-
ting is als volgt:
•
Kettingmes 90PX: 4,5 mm
•
Kettingmes 91PX: 4,0 mm
•
Kettingmes 25AP: 4,0 mm
—
De vijl mag het mes alleen in voorwaartse richting
raken. Haal de vijl van het mes voor de terug-
waartse beweging.
—
Slijp eerst het kortste mes. De lengte van dit mes
wordt dan de maatstaf voor alle andere messen
op de zaagketting.
—
Beweeg de vijl zoals aangegeven in de
afbeelding.
► Fig.26: 1. Vijl 2. Zaagketting
—
De vijl kan gemakkelijker worden bewogen als een
vijlhouder (optioneel accessoire) wordt gebruikt.
Op de vijlhouder staan merktekens voor de juiste
slijphoek van 30° (lijn de merktekens parallel uit
met de zaagketting) en beperkt de diepte waartoe
de vijl doordringt (tot 4/5 van de vijldiameter).
► Fig.27: 1. Vijlhouder
—
Nadat de zaagketting is geslepen, controleert u
de hoogte van de dieptevoeler met behulp van het
kettingmeetgereedschap (optioneel accessoire).
► Fig.28
Een buitensporige
—
Verwijder eventueel uitstekend materiaal, onge-
acht hoe klein, met een speciale vlakke vijl (optio-
neel accessoire).
—
Maak de voorkant van de dieptevoeler weer rond.
Het zaagblad schoonmaken
Spaanders en zaagsel zullen zich in de groef van het
zaagblad ophopen. Deze kunnen de groef verstoppen
en de oliestroom belemmeren. Verwijder de spaanders
en het zaagsel elke keer wanneer u de zaagketting slijpt
of vervangt.
► Fig.29
De afdekking van het kettingwiel
schoonmaken
Spaanders en zaagsel zullen zich binnenin de afdek-
king van het kettingwiel ophopen. Verwijder de afdek-
king van het kettingwiel en de zaagketting vanaf het
gereedschap, en verwijder vervolgens de spaanders en
het zaagsel.
► Fig.30
De olie-uitstroomopening schoonmaken
Kleine vuil- of stofdeeltjes kunnen zich tijdens gebruik
ophopen in de olie-uitstroomopening. Deze vuil- of stof-
deeltjes kunnen het uitstromen van de olie belemmeren
waardoor de hele zaagketting onvoldoende wordt
gesmeerd. Wanneer onvoldoende toevoer van kettin-
golie optreedt aan het uiteinde van het zaagblad, maakt
u de olie-uitstroomopening als volgt schoon.
1.
Verwijder de afdekking van het kettingwiel en de
zaagketting vanaf het gereedschap.
2.
Verwijder de kleine vuil- of stofdeeltjes met een
platkopschroevendraaier of iets dergelijks.
► Fig.31: 1. Platkopschroevendraaier
2. Olie-uitstroomopening
3.
Plaats de accu in het gereedschap. Knijp de trek-
kerschakelaar in om opgehoopte vuil- en stofdeeltjes uit
de olie-uitstroomopening te persen door kettingolie eruit
te laten stromen.
4.
Verwijder de accu van het gereedschap. Monteer
de afdekking van het kettingwiel en de zaagketting weer
op het gereedschap.
Het kettingwiel vervangen
LET OP:
Een versleten kettingwiel zal de
nieuwe zaagketting beschadigen. Laat in dat
geval het kettingwiel vervangen.
Controleer de staat van het kettingwiel voordat u een
nieuwe zaagketting monteert.
► Fig.32: 1. Kettingwiel 2. Plaatsen die slijten
Monteer bij het vervangen van het kettingwiel altijd een
nieuwe borgring.
► Fig.33: 1. Borgring 2. Kettingwiel
KENNISGEVING:
tingwiel wordt gemonteerd zoals aangegeven in
de afbeelding.
70 NEDERLANDS
Verzeker u ervan dat het ket-