Het gereedschap gebruiken met een
accuadapter
Optioneel accessoire
Gebruik de draagband wanneer u het gereedschap
gebruikt met een accuadapter.
De draagriem bevestigen
1.
Bevestig de haken van de draagriem aan de
ringen van het schouderdraagstel of de heupgordel,
zoals aangegeven in de afbeelding. Selecteer het type
riem en de bevestigingsmethode die geschikt is voor uw
toepassing.
► Fig.26: 1. Ring 2. Haak
► Fig.27: 1. Ring 2. Haak
2.
Bevestig de haak aan het gereedschap.
► Fig.28: 1. Haak
Het gereedschap loskoppelen
Wanneer u het gereedschap neerlegt, ontgrendelt u
de gesp van de draagband met één hand terwijl u het
gereedschap vasthoudt met de andere hand.
► Fig.29: 1. Gesp
OPMERKING: De gesp wordt mogelijk niet bijgele-
verd, afhankelijk van het type riem.
Als u het gereedschap snel wilt loskoppelen, volgt u de
onderstaande stappen.
1.
Knijp de hendels van de gesp van de heupgordel
in om de gesp los te koppelen.
► Fig.30: 1. Gesp 2. Hendel
2.
Trek het schouderdraagstel uit om het gereed-
schap en de eenheid te verwijderen.
► Fig.31: 1. Schouderdraagstel
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens te beginnen met onderhoud of inspectie.
LET OP:
Draag bij inspectie- of onderhouds-
werkzaamheden altijd handschoenen.
KENNISGEVING:
Gebruik nooit benzine, was-
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een
erkend Makita-servicecentrum of de Makita-fabriek, en
altijd met gebruik van Makita-vervangingsonderdelen.
De zaagketting slijpen
Slijp de zaagketting als:
•
Poederachtig zaagsel wordt geproduceerd tijdens
het zagen van vochtig hout;
•
De zaagketting moeizaam in het hout binnendringt,
zelfs wanneer hoge druk wordt uitgeoefend;
•
De zaagsnijrand duidelijk beschadigd is;
•
De kettingzaag naar links of rechts trekt in het
hout. (veroorzaakt door een ongelijkmatige
scherpte van de zaagketting, of een beschadiging
aan slechts een kant)
Slijp de zaagketting veelvuldig, maar iedere keer
slechts weinig. Twee of drie bewegingen met een vijl
zijn doorgaans voldoende voor regelmatig bijslijpen.
Als de zaagketting meerdere malen is bijgeslepen,
laat u deze een keer slijpen door een in ons erkende
servicecentrum.
Criteria bij het slijpen:
WAARSCHUWING:
afstand tussen de zaagsnijrand en de dieptevoe-
ler vergroot de kans op terugslag.
► Fig.32: 1. Lengte van het mes 2. Afstand tus-
sen de zaagsnijrand en de dieptevoeler
3. Minimumlengte van het mes (3 mm)
—
Alle messen moeten gelijk van lengte zijn. Door
een verschillende lengten van messen kan de
zaagketting niet gelijkmatig lopen en kan de zaag-
ketting breken.
—
Slijp de zaagketting niet verder als de lengte van
de messen 3 mm of korter is. De zaagketting moet
worden vervangen door een nieuwe.
—
De dikte van spaanders wordt bepaald door de
afstand tussen de zaagsnijrand en de dieptevoeler
(ronde neus).
—
De beste zaagresultaten verkrijgt u met de vol-
gende afstand tussen de zaagsnijrand en de
dieptevoeler.
•
Kettingmes 90PX: 0,65 mm
•
Kettingmes 91PX: 0,65 mm
► Fig.33
—
De slijphoek van 30° moet voor alle messen gelijk
zijn. Bij verschillende slijphoeken zal de zaagket-
ting ruw en ongelijkmatig lopen, de slijtage toene-
men en de zaagketting kunnen breken.
—
Gebruik een geschikte ronde vijl tegen de tanden
zodat een correcte slijphoek behouden blijft.
•
Kettingmes 90PX: 55°
•
Kettingmes 91PX: 55°
Vijl en vijlbeweging
—
Gebruik een speciale ronde zaagkettingvijl (opti-
oneel accessoire) voor het slijpen van de ketting.
Een gewone ronde vijl is niet geschikt.
—
De doorsnede van de ronde vijl voor elke zaagket-
ting is als volgt:
•
Kettingmes 90PX: 4,5 mm
•
Kettingmes 91PX: 4,0 mm
—
De vijl mag het mes alleen in voorwaartse richting
raken. Haal de vijl van het mes voor de terug-
waartse beweging.
71 NEDERLANDS
Een buitensporige