Trekhaak type:
Voertuig type:
OPMERKINGEN:
1. Voor montage dient men te controleren of de te monteren trekhaak, voor het voertuig de
juiste is.
2. Om veiligheidsredenen mag de trekhaak alleen door vakkundig personeel gemonteerd
worden.
3. Beschadigde onderdelen mogen alleen vervangen worden door originele onderdelen,
gemonteerd door vakkundig personeel.
4. Aan de trekhaak mogen geen veranderingen plaatsvinden
5.
Wanneer de kogel , zonder aanhanger, de zichtbaarheid van de nummerplaat behindert,
dient men het afneembare deel van de trekhaak te demonteren.
MONTAGEHANDLEIDING:
Indien t.p.v. de bevestigingspunten een bitumen laag of anti-dreunlaag aanwezig is, dient men
deze te verwijderen. Kaal plaatwerk en boor-gaten dient men van een roestwerende primer te
voorzien.
•
Nee aan de zijkanten van de kofferbak de bekleding weg en demonteer de zijstroken Verwijder
de bevestigingsklem van de bedieningskabel van de achterklep. Plaats de boormal in het
midden aan de onderzijde van de bumper. Zaag het aangegeven deel uit.
•
Vanuit de binnenkant van de kofferbak in de bodem boren t.p.v. de markeerlijn: gaten Ø10
t.p.v. de punten "3" en "10".
•
Plaats de contraplaten rechts "6" en links "7" t.p.v. de voorheen geboorde gaten: boor met
boor Ø10 t.p.v. de punten "1" en "2".
•
Verwijder de contraplaten "6" en "7" en vergroot de gaten "2" , "3" en "10" alléén in de bodem
tot Ø25 om de afstandsbussen "4" in te voeren.
•
Herplaats de contraplaten rechts "6" en links "7" t.p.v. de geboorde gaten. Bevestig deze
t.p.v. de gaten "1" inclusief de contraplaten "8" en "9", overeenkomstig schets.
•
Plaats de dwarsbalk van de trekhaak "11" onder het voertuig t.p.v. de gaten "10". Boor onder
het voertuig via de gaten "2" en "3" en bevestig alles.
•
Draai alle bouten en moeren aan, monteer de stekkerdoos op de stekkerplaat en sluit de
bedrading aan overeenkomstig de bij de kabelset gevoegde handleiding en het instructieboekje
van het voertuig Leg de bekleding in de kofferbak terug en monteer de zijstroken.
GEBRUIK EN ONDERHOUD
1. Men dient het kogeldeel schoon en ingevet te bewaren. De diameter van de kogelkop (50
mm) dient men regelmatig te controleren. Zodra de diameter op een willekeurige plaats is
verminderd tot 49 mm mag men het kogeldeel om veiligheidsredenen niet meer gebruiken.
2. Afneembare systemen dient men te controleren op een spelingvrije verbinding van kogel
met systeem. Draag zorg voor het schoonhouden en smeren van beide.
3. Het is aan the bevelen om na ca. 1000 Km gebruik de boutverbindingen overeenkomstig
de tabel na te trekken.
3205
FIAT MULTIPLA
NL
3205 / 11.11.2003 / 3