Open de buizenconstructie. Duw één poot naar links en de andere naar rechts.
1
Tot de constructie blijft staan.
Breng het centrale steunstuk aan. Bevestig het centrale steunstuk hiervoor aan de poten. Steek
2
de buizen van het centrale steunstuk in de plastic onderdelen, zoals op afbeelding b. Duw het
steunstuk naar beneden, tot u een KLIK hoort, die de correcte bevestiging aangeeft.
Herhaal dit aan de andere zijde.
Bevestig de stoffen voering met behulp van de ritssluiting aan de bovenste buizenconstructie.
3
Sluit de ritssluiting rond de buizen aan de voor- en achterkant, zoals op de afbeeldingen (b) en (c).
Bevestig de beide stoffen delen links en rechts met behulp van de klittenbandsluiting rond de
4
bovenste buizen. Bevestig de stoffen constructie aan de bodem, door de 4 drukknopen aan de
onderkant van de stoffen constructie rond het centrale steunstuk te sluiten.
Sluit aan beide zijden de ritssluiting in de hoeken, om de stoffen constructie helemaal rond de
5
buizen te bevestigen.
Leg de matras in de wieg.
6
Draai de wieg om.
7
WAARSCHUWING: Controleer bij de samenslaapfunctie of de wieg en het ouderlijke bed elkaar
8
niet hinderen.
WAARSCHUWING: Controleer tijdens het gebruik of de lakens, dekens enz. van het ouderlijke
bed de binnenkant van de wieg niet bedekken.
Open de zijkant van de wieg die naar het ouderlijke bed gericht is, door de beide ritssluitingen
aan die kant volledig te openen.
Trek het bovenste deel van de buizen uit en duw dit iets naar beneden.
9
De wieg is nu aan één kant open. Zorg ervoor dat de zijstang zich in de juiste positie bevindt.
10
WAARSCHUWING: Gebruik de wieg alleen in de samenslaapfunctie met de stang naar beneden.
Plaats de wieg dicht tegen het ouderlijke bed en controleer de hoogte van de wieg ten opzichte
11
van de matras van het ouderlijke bed. WAARSCHUWING: De matras van het ouderlijke bed moet
zich altijd hoger bevinden dan de zijsteun van de wieg. WAARSCHUWING: In de samenslaapfunc-
tie moeten de 2 poten van de wieg altijd op dezelfde hoogte ingesteld zijn.
De wieg kan aan het ouderlijke bed worden vastgemaakt. Dit is echter alleen mogelijk bij typen
12
bedden die aan alle hier beschreven voorwaarden voldoen.
De zijsteun van de wieg moet zich altijd zo dicht mogelijk bij de matras van het ouderlijke bed
bevinden. De matras moet altijd op dezelfde hoogte liggen als de zijsteun, om de wieg te bev-
eiligen.
Bovendien moet de wieg stabiel worden vastgemaakt aan het frame van het ouderlijke bed of
aan de matrasdrager.
INSTRUCTIES
NL
17