INSTELLING WEKELIJKS PROGRAMMA
- Druk na het instellen van de tijd op de aan/uit
knop (I) om het apparaat aan te zetten.
- Druk op de knop P (X) om het wekelijkse pro-
gramma in te stellen.
- Druk op de knop voor de dag (IX) om de
gewenste dag te selecteren (d1-d7).
- Druk op de knop bewerken (XII) om de periode
in te stellen (P1-P6).
- Druk op de knop timer ON (XI) om de starttijd
van het apparaat in te stellen.
- Druk op de knop timer OFF (XIII) om de stoptijd
van het apparaat te selecteren.
- Druk op +/- om de gewenste temperatuur van
het wekelijkse programma in te stellen. Druk op
OK ter bevestiging.
- Om het wekelijkse programma te annuleren,
druk op de knop P (X).
INSTELLING VAN DE RAAMSENSOR
- Druk op de aan/uit knop (I) om het apparaat aan
te zetten.
- Druk op de raamsensor knop (VIII). De stan-
daard temperatuur is 23ºC. Druk op +/- om de
gewenste temperatuur in te stellen.
- In de raamsensor stand, gaat het apparaat ge-
durende 30 minuten lang uit wanneer de omge-
vingstemperatuur 5-10ºC daalt in 10 minuten.
- Om deze functie te deactiveren, druk nogmaals
op de raamsensor knop (VIII).
NA GEBRUIK VAN HET APPARAAT:
- Zet het apparaat uit met de aan/uit knop.
- Stop het apparaat door op de aan-/uitschakela-
ar te drukken.
- Trek de stekker uit het stopcontact.
- Reinig het apparaat.
THERMISCHE BEVEILIGING:
- Dit apparaat beschikt over een thermische
beveiliging die het apparaat tegen oververhitting
beveiligt.
- Wanneer het toestel afwisselend aan en uit
schakelt en niet ten gevolge van de luchtther-
mostaat, dient u te controleren of de luchttoe-
voer of –uitlaat misschien door een obstakel
verhindert of vermoeilijkt wordt.
- Wanneer het apparaat spontaan uitschakelt en
niet terug inschakelt, trek de stekker uit het stop-
contact en wacht 15 minuten alvorens de stekker
opnieuw in het stopcontact te steken. Indien het
apparaat dan nog steeds niet werkt, neem con-
tact op met een erkende technische dienst.
REINIGING
- Trek de stekker uit het stopcontact en laat het
apparaat afkoelen alvorens het te reinigen.
- Maak het apparaat schoon met een vochtige
doek met een paar druppels afwasmiddel en
droog het daarna goed af.
- Gebruik geen oplosmiddelen of producten met
een zure of basische pH zoals bleekwater, noch
schuurmiddelen, om het apparaat schoon te
maken.
- Zorg ervoor dat er geen water of andere vloeis-
tof binnendringt via de ventilatie-openingen, om
schade aan de functionele delen in het inwendi-
ge van het apparaat te voorkomen.
- Dompel het apparaat niet onder in water of
een andere vloeistof en houd het niet onder de
kraan.
- Indien het apparaat niet goed schoongehouden
wordt, kan het oppervlak beschadigd en de
levensduur van het apparaat verkort worden, en
kan er een gevaarlijke situatie ontstaan.
- Opmerking: Wanneer u het apparaat laat
opwarmen nadat het lange tijd buiten gebruik
is geweest of u het alleen als ventilator heeft
gebruikt, kan er aanvankelijk enige rook uit het
apparaat komen. Dit is niet ernstig en is het
gevolg van het verbranden van stof of andere
deeltjes op het verwarmingselement. Dit kan
voorkomen worden door de binnenkant van
het apparaat eerst schoon te maken door de
gleuven van het apparaat met een stofzuiger of
een persluchtpistool.
STORINGEN EN REPARATIE
- Breng het apparaat bij storing naar een erkende
Technische Dienst. Probeer het apparaat niet
zelf te demonteren of te repareren, want dit kan
gevaarlijk zijn.
VOOR EU-VERSIES VAN HET PRODUCT EN/
OF INDIEN VAN TOEPASSING IN UW LAND:
ECOLOGIE EN HERGEBRUIK VAN HET PRO-
DUCT
- Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat is
geschikt voor inzameling, classificatie en her-
gebruik. U kunt dit materiaal wegwerpen in de
openbare afvalcontainers die voor de desbetre-
ffende typen materiaal zijn bestemd.
- Het product bevat geen materialen die schadeli-
jk zijn voor het milieu.