Periodiek controleren dat alle schroeven goed aangebracht en
aangehaald zijn. De beschadigde, versleten en gebroken delen
vervangen.
LUCHTFILTER Fig. 3-4-5
- Het luchtfilter periodiek controleren, afhankelijk van de
bedrijfsomstandigheden.
- De hendel (A) indrukken en de deksel (B) verwijderen Fig. 3.
- Het filter (C) verwijderen Fig. 4.
- Het filter (C) met benzine/olie mengsel reinigen en uitwringen
fig. 5.
- VERPLICHT: de spons (C) in filterolie ACTIVE dompelen.
- De onderdelen controleren: indien nodig de onderdelen
vervangen. Voor de montage in omgekeerde volgorde als voor
de demontage handelen.
- Voor een maximale filtering wordt aanbevolen specifieke
filterolie ACTIVE ref. 20010 te gebruiken.
BRANDSTOFFILTER Fig. 6
Voor het reinigen en vervangen van het brandstoffilter, de tankdop
(A) verwijderen en het filter (C), met een haak of een lange tang,
uit zijn zetel trekken.
De conditie van het filter (C) regelmatig controleren; bij overbodige
verontreiniging het filter vervangen.
MOTOR (TER VOORKOMING VAN ERNSTIGE SCHADE)
Regelmatig, ter voorkoming van oververhittingen van de motor, de
stof en het vuil van de roosters, van de cilinderdeksel en van de
twee cilindervleugels, met behulp van een kwast of perslucht,
verwijderen.
BOUGIE Fig. 13
Periodiek (minstens elke 50 bedrijfsuren) de bougie demonteren
en de afstand tussen de elektroden regelen (0.5 - 0.6 mm).
Overbodig vervuilde of versleten bougies vervangen, en de bougie
in ieder geval na 100 bedrijfsuren vervangen. Bij overbodige
incrustaties de afstelling van de carburator,ù en de
oliepercentage in de brandstof 2% (1:50) controleren en zich
ervan vergewissen dat de olie van topkwaliteit is en geschikt is
voor tweetaktmotors.
MESSENREDUCTOR Fig. 14
Elke 20 bedrijfsuren:
- de dop (1) verwijderen en een smeerpompje aanbrengen
- Met olie vullen totdat de olie aan de onderkant van de messen
uitstroomt.
De overbodige olie weghalen en de schroef (1) weer aanbrengen.
SPECIFIEK Active "Anti-drup" vet toepassen Ref. 21230.
SLIJPEN VAN DE MESSEN
Geen beschadigde of botte messen gebruiken om overbodige
sollicitaties van de machine te voorkomen.
De messen moeten door een ACTIVE servicedienst geslepen
worden.
Versleten messen moeten vervangen worden.
Het aanhaalmoment van de schroeven periodiek controleren.
Alle beschreven onderhoudshandelingen uitvoeren.
De machine goed reinigen en alle metalen delen insmeren.
De brandstoftank legen en de motor laten draaien totdat alle
brandstof verbruikt is.
De machine in een droge ruimte bewaren.
De bougie verwijderen, een beetje olie in de cilinder schenken,
de motoras enkele keren laten draaien om de olie te smeren,
door de startinrichting te activeren, en de bougie weer
7. REGELMATIG ONDERHOUD
De ruimte tussen het bovenste en het onderste mes moet niet
geregeld worden; tijdens de montage van het mes dienen de
verschillende onderdelen correct te worden aangebracht; het
tussenstuk, de ring, de bout en de moer in volgorde aanbrengen.
MESSEN
Om de maximale prestaties te verkrijgen, de messen regelmatig
schoonmaken en insmeren.
MONTAGE VAN DE VERSNELLINGSKABEL EN ELEKTRISCHE
KABELS Fig. 2
De versnellingskabel (A) door de kabelspanner (B) voeren.
Zich ervan vergewissen dat de huls (C) van de kabel tegen de
binnenkant van de kabelspanner (B) steunt. Zich ervan
vergewissen dat de versnellingshendel niet in versnellingsstand
geblokkeerd is en het kabeluiteinde in de kabelklem (E)
aanbrengen. De spanning van de kabel (A) regelen door de
contramoer (D) los te draaien en de kabelspanner (B) te draaien;
als de juiste spanning bereikt is, de contramoer (D) aanhalen.
Als de regeling correct is, heeft de versnellingshendel een vrije
speling van circa 2 mm, voordat de carburatorhendel (E) beweegt.
REGELING VAN DE CARBURATOR
Tijdens de fabricage is de carburator optimaal geregeld.
Als de hegschaar opnieuw geregeld moet worden, vanwegen
een
toepassingsomstandigheden, dient men een bevoegde
servicedienst te raadplegen.
Een verkeerde regeling kan onherstelbare schade aan de
machine veroorzaken.
TRILDEMPING SYSTEEM 10-12
Als het trildemping systeem vervormd of beschadigd is
kunnen zich problemen veroorzaken zoals afwijkende
trillingen of breuk van onderdelen.
VEILIGHEIDSBLOKKERING
De veiligheidsblokkering is een hendel op de handgreep, boven
de versnellingshendel geplaatst. Deze hendel voorkomt dat de
versnelling ongewenst geactiveerd wordt.
De versnellingshendel kan alleen geactiveerd worden door de
veiligheidsblokkering ingedrukt te houden.
De machine niet meer gebruiken als de veiligheidsblokkering
defect is, maar onmiddellijk contact opnemen met de
dichtstbijzijnde servicedienst voor reparatie.
- door de veiligheidshendel los te laten controleren dat de
versnellingshendel zich niet verplaatst.
- door de veiligheidsblokkering ingedrukt te houden controleren
dat de versnellingshendel normaal geactiveerd en losgelaten
kan worden.
- door de veiligheidshendel los te laten controleren dat deze
weer in de oorspronkelijke stand terugkeert.
8. OPBERGEN VAN DE BOSMAAIER
aanbrengen.
De messen reinigen en smeren. De hoeveelheid vet in de
reductors nagaan.
OPGELET: alle niet in deze handleiding beschreven
onderhoudshandelingen moeten door een bevoegde
servicedienst worden uitgevoerd.
39
NEDERLANDS
verandering
in
de
De veren tussen de motor en het frame van de handgreep
regelmatig op vervorming of beschadiging controleren.
NL
hoogte
of
in
de