• Leg lichte voorwerpen in de bovenste korf.
Zorg ervoor dat de voorwerpen niet ver-
schuiven.
• Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen
ronddraaien voordat u een programma start.
Voor het starten van een programma
Controleer of:
• De filters schoon zijn en correct zijn ge-
plaatst.
• De sproeiarmen niet zijn verstopt.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! Schakel het apparaat
uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Vuile filters en verstopte sproeiarmen ver-
minderen de wasresultaten.
Controleer regelmatig de filters en reinig deze
zo nodig.
De filters reinigen
1
3
10
C
B
A
2
4
• De positie van de items in de mandjes cor-
rect is.
• Het programma van toepassing is op het ty-
pe lading en de mate van bevuiling.
• De juiste hoeveelheid afwasmiddel is ge-
bruikt.
• Er regenereerzout en glansmiddel is toege-
voegd (tenzij u gecombineerde afwastablet-
ten gebruikt).
• De dop van het zoutreservoir goed dicht zit.
5
7
Draai om de filters (B) en (C) te verwijderen de
hendel naar links. Haal filter (B) en (C) uit elk-
aar. Reinig de filters met water.
Verwijder filter (A). Reinig het filter met water.
Zorg er voordat u het filter (A) terugplaatst
voor dat er geen etensresten of vuil in en rond
de rand van de opvangbak zit.
Zorg ervoor dat het filter (A) juist wordt ge-
plaatst onder de 2 geleiders (D).
Zet filters (B) en (C) in elkaar. Plaats ze op hun
plek in filter (A). Draai de hendel rechtsom
draaien tot het vastzit.
D
6
8
www.zanussi.com