Slechts met deze brandstoffen bereikt U een
optimale verbranding en stookt U milieuontziend.
Door
de
brandstoftoevoer
hoeveelheden
wordt
vermeden. Een zuivere afbrand herkent U daaraan,
dat de chamotte helder verkleurd.
Volgens de nationale Emissiebeschermingswet is het
verboden, bijv. de volgende brandstoffen in haarden
te verbranden:
• Vochtig resp. met houtconserveermiddelen
be-handeld hout
• Houtzaagsel, spaanders, slijpstof
• Schors- en spaanderplaatresten
• Steenkoolgruis
• andere afvallen
• papier en karton (buiten om aan te steken)
• stro
Bekleding van natuursteen
1. De natuurstenen bekleding mag niet te heet
worden, omdat er anders scheuren in de steen
kunnen ontstaan.
2. Met maximaal 3 kg hout of houtbriketten (dat
zijn 2 geschikte blokken hout of 1 houtbriket)
verwarmen.
3. Aangezien de bekledingen als natuurproduct
van een "gegroeid" blok steen worden
vervaardigd, kunnen de structuur en kleur
heel verschillend zijn.
4. Het oppervlak kan door
temperatuurwisselingen veranderen.
Neemt U in acht voor het eerste stoken
•
Vooraf alle toebehoren uit de aslade en
verbrandings-ruimte verwijderen.
•
De optretende geur door het verdampen van de
beschermingsverlakking verdwijnt, wanneer de
haard meerdere uren heeft gebrand (ruimte goed
ontluchten).
•
De
haard
is
temperatuurbesten-dige laklaag voorzien, die zijn
definitieve
vastheid
verwarmen bereikt.
•
Zet U daarom niets op de haard en beroert U
de oppervlakken niet, omdat anders de laklaag
kan worden beschadigd.
Aansteken
•
Aslade event. ledigen en weer inschuiven.
•
Primaire
en
openen.
•
Aanmaakmateriaal (aanmaakblokjes en
aanmaak-hout) leggen zoals op de
afbeelding, en bovenaan ontsteken.
in
gedeeltelijke
een
onnodige
emissie
met
een
hoogwaardige
eerst
na
het
eerste
secundaire
luchtregelaar
•
Verbrandingsruimtedeur sluiten, opdat het
aansteekma-teriaal goed kan beginnen te
branden.
•
Zodra het aanmaakmateriaal brandt, 2 maal
een vuur aanleggen met ca. 3 kg hout, zodat
de temperatuurbestendige lak zijn definitieve
hardheid verkrijgt.
19