8. Elektrische werkzaamheden
Lever stroom afzonderlijk naar de aftakdoos en de buitenunit
Stroomonderbreker
E
Buitenunit
Stroomonderbreker
L
E
B1
N
B2
M1
M2
M-NET aftakdoos
(type met 5 aftakkingen)
TB3A
TB2B
S1
L
S2
N
S3
TB3B
S1
TB5
S2
M1
S3
M2
S
TB3C
S1
S2
S3
TB3D
S1
S2
S3
TB3E
S1
S2
S3
46
M-NET aftakdoos #1
(type met 5 aftakkingen)
Binnenunit
(C)
(A)
TB3A
TB2B
S1
S1
L
S2
A-KAMER
S2
N
S3
S3
(C)
TB3B
S1
S1
TB5
B-KAMER
S2
S2
M1
S3
S3
M2
S
(C)
TB3C
(B)
S1
S1
C-KAMER
S2
S2
S3
S3
(C)
TB3D
S1
S1
D-KAMER
S2
S2
S3
S3
(C)
TB3E
S1
S1
E-KAMER
S2
S2
S3
S3
(A)
(C)
TB3A
TB2B
S1
S1
L
S2
S2
N
S3
S3
(C)
TB3B
S1
TB5
S1
S2
M1
S2
S3
S3
M2
S
(C)
TB3C
S1
S1
C-KAMER
S2
S2
S3
S3
Binnenunit
M-NET aftakdoos #2
(type met 3 aftakkingen)
Fig. 8-8
Binnenunit
S1
S2
A-KAMER
S3
S1
B-KAMER
S2
S3
S1
S2
C-KAMER
S3
• Aanbevolen aansluitmethode
Wanneer u één binnenunit aansluit op de aftakdoos, sluit u deze aan op de TB3A. Wanneer
u binnenunits aansluit, moet u ze aansluiten op TB3A en TB3B. Wanneer u 3 binnenunits
aansluit, moet u ze aansluiten op TB3A, TB3B en TB3C. Sluit de binnenunits aan in deze
volgorde: A→B→C→D→E.
Fig. 8-9
8.2. Externe bedradingsprocedure (Fig. 8-8, Fig 8-9)
Voeding van buitenunit
Buitenunit
Stroomonderbreker
* Raadpleeg de installatiehandleiding van de buitenunit
L
E
N
A-KAMER
B-KAMER
E
Voeding: eenfasig 0/30/40 V 50 Hz, 0 V 60 Hz
Opmerking:
Sluit de lijnen (B), (C) aan in overeenstemming met de namen van de klem-
1
blokken om een juiste polariteit te garanderen.
Voor de lijnen (C) zijn S1 en S2 voor het aansluiten van de stroombron.
2
S2 en S3 zijn voor signalen. S2 is een gemeenschappelijke kabel voor de
stroombron en het signaal.
(A) Netstroomlijn/
aardkabel
3-kernen ,5 mm
Wanneer u de gedraaide kabel wilt gebruiken voor de bedrading, is het gebruik van
de ronde klemlijst vereist.
Opmerkingen: 1. De draaddiameters moeten overeenkomen met de van
toepassing zijnde locale en nationale voorschriften.
2. De netvoedingskabels en de aansluitkabels van bin-
nenunits/aftakdozen/buitenunit dienen niet lichter te zijn
dan flexibele kabel met polychloropreenmantel. (ontwerp
60245 IEC 57)
3. Breng een aardingsleiding aan die langer is dan de voed-
ingskabels.
4. Bundel de M-NET-kabel niet met de aansluitkabel en de
voedingskabel.
Dit kan een verkeerde werking veroorzaken.
Waarschuwing:
Splits de kabel nooit, anders kan er rook, brand of een communicatiestoring
ontstaan.
M-NET aftakdoos #1
(type met 5 aftakkingen)
(A)
TB2B
B1
L
B2
N
TB5
M1
M1
M2
M2
S
(B)
(A)
TB2B
L
N
TB5
M1
M2
S
M-NET aftakdoos #2
(type met 3 aftakkingen)
Kabeldiameter
(B) M-NET-kabel afscherm-
ingsdraad CVVS, CPEVS of
MVVS
-kernen 1,5 mm
minder dan 00 m
Binnenunit
(C)
TB3A
S1
S1
S2
A-KAMER
S2
S3
S3
(C)
TB3B
S1
S1
B-KAMER
S2
S2
S3
S3
(C)
TB3C
S1
S1
C-KAMER
S2
S2
S3
S3
(C)
TB3D
S1
S1
D-KAMER
S2
S2
S3
S3
(C)
TB3E
S1
S1
E-KAMER
S2
S2
S3
S3
(C)
TB3A
S1
S1
S2
A-KAMER
S2
S3
S3
(C)
TB3B
S1
S1
B-KAMER
S2
S2
S3
S3
(C)
TB3C
S1
S1
C-KAMER
S2
S2
S3
S3
Binnenunit
(C) Signaallijn/
aardkabel
4-kernen 1,5 mm
minder dan 5 m