LUCHTUITLAAT FILTERVERSIE
• Assembleer de helften van het verlengstuk van de wasemkap 14.
• Druk het zo verkregen verlengstuk van de wasemkap 14 met
kracht op de luchtuitlaat.
• Druk het verbindingsstuk 15 met kracht op het verlengstuk van
de wasemkap 14.
• Monteer de verlengstukken van het verbindingsstuk 14.1 zijde-
lings op het verbindingsstuk 15.
• Verzeker u ervan dat de uitlaat van de verlengstukken van het
verbindingsstuk 14.1 zowel horizontaal als verticaal correspon-
deert met de mondstukken van de schouw.
• Als dit niet zo is, de positie corrigeren door de verlengstukken
van het verbindingsstuk 14.1 om te keren of door het verlengstuk
van de wasemkap 14 af te snijden op één van de lengtes die be-
paald worden door de kleinere groeven en plaats alle onderdelen
weer terug zoals eerder werd beschreven.
• De richtingsroosters voor de luchtuitlaat moeten pas na de instal-
latie van het onderstuk van de schouw gemonteerd worden 2.2.
• Verzeker u ervan dat het geurfilter met actieve koolstof geïnstal-
leerd is.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
• Sluit de wasemkap aan op de netspanning met een tweepolige
schakelaar ertussen met een opening tussen de contacten van
tenminste 3 mm.
• Verwijder de vetfilters (zie par. "Onderhoud") en verzeker u
ervan dat de stekker van de voedingskabel goed in de contact-
doos van de afzuigkap is gestoken.
Montage van de schouw
Bovenstuk van de schouw
• De twee zijplaten enigszins openen, ze vasthaken achter de
beugels 7.2.1 en ze weer zo ver mogelijk sluiten.
• Aan de zijkant aan de beugel bevestigen met de 4 bijgeleverde
schroeven 12c (2,9 x 9,5).
Onderstuk van de schouw
• De twee zijplaten van de schouw enigszins openen, ze vastha-
ken tussen het bovenstuk van de schouw en de wand en ze
weer zo ver mogelijk sluiten.
• Bevestig het onderstuk aan de zijkanten aan de wasemkap met
2 van de bijgeleverde schroeven 12c.
• Plaats voor de filterversie de richtingsroosters 8a – 8b in hun
behuizing, zodanig dat de richtingssymbolen naar de boven-
kant en de voorkant van de wasemkap wijzen. Verzeker u er
bovendien van dat ze correct in de verlengstukken van het ver-
bindingsstuk 14.1 geplaatst zijn.
NL
15
14.1
8b
14
7.2.1
2.1
2
8b
2.2
8a
12c
8a
12c
3 36