AANSLUITING OP HET WATERLEIDINGNET
De aansluiting op het waterleidingnet voert u uit met behulp van de aanduidingen voor de aansluitingen, vermeld in het vorige
hoofdstuk.
Op de toevoerleiding dient voor de veiligheid bij de werking van het buffervat een veiligheidsventiel of veiligheidsgroep te worden
ingebouwd, die verhoging van de druk in de ketel met meer dan o,1 MPa (1 bar) boven de nominale waarde moet voorkomen. De
aftappunt van het veiligheidsventiel moet verplicht een uitgang hebben naar atmosferische druk. Na verwarming van het water in
het buffervat loopt de druk in de ketel op tot de waarde, waarop het veiligheidsventiel is ingesteld. Als de terugkeer van het water
naar het waterleidingnet wordt belemmerd kan water gaan druppelen uit de aftappunt van het veiligheidsventiel. Het druppelende
water kunt u naar de afvoer leiden via een opvangstuk, dat u onder het veiligheidsventiel plaatst. De afvoerleiding onder de
aftappunt van het veiligheidsventiel moet naar beneden zijn gericht en zich in een vorstvrije ruimte bevinden.
Indien u het druppelen uit het veiligheidsventiel wilt voorkomen, kunt u op de toevoerleiding een expansievat inbouwen voor
sanitair water met een volume van ten minste 5% van het volume van het buffervat.
Voor een juiste werking van het veiligheidsventiel dient regelmatig controle te worden uitgevoerd, kalksteen te worden verwijderd
en gecontroleerd te worden of het veiligheidsventiel niet geblokkeerd is. Voor controle dient u het hendeltje te verplaatsen of de
moer van het ventiel los te draaien (afhankelijk van het ventieltype) en de aftap van het veiligheidsventiel te openen. Hierbij moet
er water gaan stromen uit de ventielopening, wat een teken is, dat het ventiel foutloos werkt.
T
8
Fig. 2: Gesloten (druk)systeem
Het buffervat kan op de waterleiding worden aangesloten zonder drukregelaar, als de druk in het waterleidingnet lager is dan de
nominale druk (zie het typeplaatje). Als de druk in het net de nominale druk overschrijdt dient verplicht een drukregelaar te worden
ingebouwd.
VERWARMINGSKRING EN ELEKTRISCHE VERBINDING
Fig. 3: Hydraulische basisverbinding
64
1
2
3
4
Sensor
Elektrische verwarming
Omschakelkraan 3-weg
H
a
b
5
6
7
Voor de verwarmingskring
LEGENDA
1
Aftapkraan
2 Expansievat
3 Veiligheidsventiel
a - Testkraan
b - Terugslagklep
4 Trechter met aansluiting op de afvoer
5 Testopzetstuk
6 Drukreduceerventiel
7 Afsluitventiel
8 Druk mengkraan
H
Koud water
T Warm water