Nederlands
Een verdere beschrijving voor de configuratie van de systeemtelefoons vindt u in de uitvoerige ge-
bruiksaanwijzingen op de cd-rom.
Wenn in der Anlagenkonfigurierung keine PIN eingegeben ist, betätigen Sie O und nach Aufforderung
noch einmal O.Uitbreidingen voor de systeemtelefoon
• Module Up0/S0 (CS410)
• Module antwoordapparaat ( CS410)
• Toetsenblok »T400«,»T400/2« (CS410, IP-S400)
Veiligheidsaanwijzingen
• Respecteer de omgevingstemperatuur voor bewaring en gebruik van het toestel in de technische ge-
gevens. Het toestel mag pas aangesloten worden als hij de omgevingstemperatuur voor gebruik be-
reikt heeft.
• Houd er rekening mee dat bij de overgang van een koude naar een warme omgeving condensatie-
vocht kan ontstaan op of in het toestel. Neem het toestel pas uit de verpakking als het de toegelaten
omgevingstemperatuur voor gebruik bereikt heeft.
• Sluit geen kabels aan en telefoneer niet bij onweer.
• Sluit de kabels alleen aan op de daarvoor voorziene aansluitingen.
• Zorg voor een zorgvuldige plaatsing van de kabels, laat ze niet rondslingeren.
• Vermijd de volgende invloeden:
Direct zonlicht
Warmtebronnen (bijv. radiators)
Elektronische toestellen (bijv. HiFi-toestellen, kantoortoestellen of microgolftoestellen)
Indringend vocht of vloeistoffen
Agressieve vloeistoffen of dampen
Sterke stofontwikkeling
• Gebruik het toestel niet in vochtige ruimten of explosiegevaarlijke omgevingen.
• Open alleen de delen van het toestel die aangegeven zijn in de montage-/gebruiksaanwijzing.
• Raak de contacten nooit aan met spitse, metalen of vochtige voorwerpen.
• Als het toestel niet vast gemonteerd wordt, plaatst u het toestel of het toebehoren op een slipvrije on-
derlaag.
• Reinig het toestel alleen met een lichtjes bevochtigde doek.
• Gebruik alleen het toegelaten toebehoren.
• Op het toestel mogen alleen randapparaten aangesloten worden die SELV-spanning (veiligheids-
spanningskring) levern en/of beantwoorden aan ETS 300047. Het correcte gebruik van goedgekeur-
de randapparaten voldoet aan dit voorschrift.
Voedingseenheid
• Gebruik alleen de meegeleverde of als toebehoren verkrijgbare voedingseenheid (DSA-0101F-05 UP
of L15 D52 AB DDLAWO).
• Gebruik geen voedingseenheden die zichtbaar beschadigd zijn (breuken of barsten in de behuizing).
4