KENMERKEN VAN HET ACHTERPANEEL
2 3
4
1
4
1.
POWER IN: Gebruik de meegeleverde stroomadapter om het mengpaneel aan te sluiten op een stopcontact. Sluit de
voeding eerst aan op het mengpaneel en daarna op het stopcontact. Zorg ervoor dat het apparaat ondertussen uit staat.
2.
POWER SWITCH: Zet het mengpaneel aan en uit. Zet het mengpaneel aan nadat alle invoerapparaten zijn aangesloten
en voordat u de versterkers aanzet. Schakel de versterkers uit voordat u de mixer uitzet.
3.
PHANTOM POWER: Deze schakelaar activeert en deactiveert fantoomvoeding. Wanneer geactiveerd, leveren de
fantoomvoedingen +48V aan de XLR-microfooningangen. Houd er rekening mee dat de meeste dynamische microfoons
geen fantoomvoeding nodig hebben. De meeste condensatormicrofoons hebben wel fantoomvoeding nodig. Raadpleeg
de documentatie van uw microfoon om te weten te komen of fantoomvoeding nodig is.
4.
MAIN MIX OUTPUTS: Gebruik standaard 1/4"-kabels om deze uitgangen aan te sluiten op de hoofdluidsprekers of -
versterker. Het geluidsniveau van deze uitgangen wordt gecontroleerd door de MAIN MIX FADER-knop.
5.
MAIN OUTPUT LEVEL: Gebruik deze knop om het gepaste ingangsniveau in te stellen voor een apparaat dat is
aangesloten op de MAIN MIX-uitgangen. Wanneer de knop wordt ingedrukt, wordt het uitgangsniveau van de hoofdmix
verminderd met 30 dB. Met de knop in hoogste stand wordt het uitgangsniveau van de hoofdmix verhoogd met 4 dB.
6.
MAIN INSERT: Gebruik standaard 1/4" TRS-kabels om deze uitgangen aan te sluiten op externe processoren (zoals
compressors, limiters, externe equalizers enz.). Het geluidssignaal, afkomstig van deze uitgangen, wordt na de equalizer
afgenomen. Het signaal wordt naar deze uitgangen teruggestuurd voor de MAIN MIX FADER.
7.
MONO OUTPUT VOLUME: Controleert het geluidsniveau van de MONO-uitgang.
8.
MONO OUTPUT: Deze uitgang voegt de geluidssignalen samen in een monoversie van de audio uit de MAIN MIX-
uitgangen. Gebruik een standaard 1/4" TS-kabel om externe apparaten op deze uitgang aan te sluiten (zoals monitors,
opname-apparaten, enz.).
9.
CTRL OUTS: Gebruik standaard 1/4"-kabels om deze uitgangen aan te sluiten op uw monitor- of versterkersysteem. Het
geluidsniveau van deze uitgangen wordt geregeld door de CTRL ROOM VOLUME-knop.
10.
DFX OUT: Deze uitgang verstuurt het geluidssignaal dat afkomstig is van de effectprocessor van het mengpaneel.
Gebruik een standaard 1/4" TS-kabel om externe apparaten op deze uitgang aan te sluiten (zoals monitors, opname-
apparaten, enz.). Pas het niveau aan van het audiosignaal aan met de EFFECTS OUT-knop.
11.
FOOTSWITCH: Wanneer op deze aansluiting met behulp van een 1/4" TRS-kabel een vergrendelbare voetschakelaar is
aangesloten, kan de voetschakelaar worden ingedrukt om de interne effectenprocessor al dan niet te gebruiken.
12.
USB-POORT: gebruik een standaard USB-kabel om het mengpaneel aan te sluiten op uw computer. De poort kan
verschillende soorten audiosignalen ontvangen en versturen via de USB-verbinding, afhankelijk van de stand van de
USB RECORD- en USB PLAYBACK-schakelaars.
13.
USB RECORD: Wanneer een computer is aangesloten op de USB-poort van het mengpaneel, kunt u een audiosignaal
voor opname van de mixer naar de computer sturen. Zet deze schakelaar op "SUB1/2" om het geluid op te nemen dat
wordt verstuurd van subgroepen OUT 1 en 2. Zet hem op "MAIN MIX" om de hoofdmix naar de computer te sturen.
14.
USB PLAYBACK: Wanneer een computer is aangesloten op de USB-poort van het mengpaneel, kunt u audio van de
computer naar het mengpaneel sturen. Zet deze schakelaar op "CH23/24" om het signaal naar kanalen 23/24 te sturen.
(Zorg ervoor dat de INPUT SELECTOR voor Kanaal 23/24 is ingesteld op "USB".) Zet de schakelaar op "MAIN MIX" om
het signaal rechtstreeks naar de hoofdmix te sturen.
15.
AUX SEND: Gebruik 1/4" TRS-kabels om deze uitgangen aan te sluiten op de ingangen van een externe versterker of
actieve monitor. U kunt deze niveaus aanpassen met de AUX SEND volumeknoppen, om een aangepaste monitormix te
maken voor de muzikanten op het podium.
16.
AUX RTN (RETURN): Verbind de uitgangen van een extern apparaat met deze ingangen met behulp van 1/4"
monokabels. Deze ingangen worden meestal gebruikt voor externe effectprocessoren, maar ze kunnen ook gebruikt
worden als een extra inputkanaal voor synthesizers, drumcomputers, enz. Als uw bron mono is, sluit de kabel dan aan
op de linkeraansluiting. Dan is het signaal hoorbaar in zowel het linker- als rechterkanaal.
17.
DIRECT OUT: Gebruik standaard 1/4" TRS-kabels om deze uitgangen aan te sluiten op een extern apparaat voor
opname, monitoring, enz. van elk individueel kanaal.
18.
SUBGROUPS OUT: Gebruik standaard 1/4" TS-kabels om deze uitgangen aan te sluiten op een extern apparaat voor
opname, monitoring, enz. van elke individuele subgroep.
19.
SUBGROUPS INSERT: Gebruik standaard 1/4" TRS-kabels om deze uitgangen aan te sluiten op externe apparaten,
zoals compressors, limiters, externe equalizers, enz. Het geluidssignaal, afkomstig van deze uitgangen, is het
stereosignaal van de subgroep. Het signaal wordt naar deze uitgangen teruggestuurd voor de subgroepfaders.
13 14
5
15
12
16
4
6 7
9
10
6
8
9
16
4
11
17
18
19
28
17