CHRONO
Met deze modus kan een van de drie vooraf ingestelde
chronothermostaatprogramma's of het gepersonali-
seerde programma gekozen worden. Met het laatste
programma kan een dagelijkse en wekelijkse program-
mering verricht worden, met twee temperatuurniveaus
("Comfort" en "Nacht/Eco").
Alle commando's van de "Stuurdraad" zijn uitgeschakeld.
4.4.1 STUURDRAAD
Om de Stuurdraad-modus in te schakelen:
Druk op de "Modus"-toets totdat het picto-
\
gram
op het display verschijnt.
De rechter led van het apparaat wordt rood.
De gebruiker kan op de afstandsbediening
alleen de "Comfort"-temperatuur aanpassen.
Kies de gewenste temperatuur met de toetsen
"+" en "-".
De woning moet voorzien zijn van een regelsysteem dat dit type
technologie ondersteunt. In dit geval, om de juiste overdracht
van de programmeeropdrachten te controleren, kunt u het vol-
gende schema gebruiken, op basis van de ingestelde modus:
Nacht/Eco
Modus
Comfort
(Comfort
Anti-vries
-3,5 °C)
Te
verzenden
signaal
Spanning tussen
de stuurdraad
0 volt
230 volt
en de neutrale
draad
De weergegeven temperatuur zal altijd de Comfort-temperatuur
zijn, ongeacht de "Stuurdraad"-modus die momenteel in gebruik is.
Als de Stuurdraad niet is aangesloten, wordt automatisch de
"Comfort"-modus geselecteerd.
4.4.2 COMFORT
De "Comfort"-temperatuur komt overeen met de door de
gebruiker gewenste temperatuur.
Druk op de "Modus"-toets totdat het picto-
^
gram
op het display verschijnt.
De rechter led van het apparaat wordt blauw.
Kies de gewenste temperatuur met de toetsen
"+" en "-".
Er kunnen temperaturen van 7 °C t/m 32 °C
worden ingesteld.
Comfort
Comfort
Standby
- 1 °C
- 2 °C
230 volt
230 volt
115 volt
115 volt
gedurende
gedurende
negatief
positief
een interval
een interval
van 3 s
van 7 s
4.4.3 NACHT/ECO
In de "Nacht/Eco"-modus moet de ingestelde temperatuur
gelijk of lager zijn dan de "Comfort"-temperatuur. Als u pro-
beert om voor "Comfort" een lagere temperatuur dan die van
"Nacht/Eco" in te stellen, zal deze temperatuur dienovereen-
komstig gewijzigd worden.
Druk op de "Modus"-toets totdat het picto-
{
gram
op het display verschijnt.
De rechter led van het apparaat wordt geel.
Kies de gewenste temperatuur met de toetsen
"+" en "-".
Deze modus word aanbevolen voor de nachtelijke uren
wanneer het vertrek twee of meer uur leeg blijft.
4.4.4 ANTI-VRIES
In de "antivries"-modus is de temperatuur vastgesteld op 7
°C. Het apparaat start automatisch bij temperaturen onder 7
°C en voorkomt met een minimaal energieverbruik dat vries-
temperaturen in het vertrek worden bereikt.
Druk op de "Modus"-toets totdat het picto-
}
gram
op het display verschijnt.
De rechter led van het apparaat begint groen
te knipperen.
Deze modus word aanbevolen wanneer het vertrek een of
meerdere dagen leeg blijft.
4.4.5 CHRONO
Met de "Chrono"-modus kan de gebruiker een van de drie
vooraf ingestelde chronothermostaatprogramma's of het
personaliseerbare programma kiezen. Hiermee kunt u ver-
schillende temperaturen ("Comfort" en "Nacht/Eco") ver-
deeld over 24 uur, voor elke dag van de week, instellen.
KEUZE VAN HET PROGRAMMA
Druk op de toets "Modus" totdat het picto-
±
gram
op het display verschijnt. De rechter
led wordt wit. Druk nu gelijktijdig op de toet-
sen "Modus" en "-" en houd ze beide minstens
3 seconden ingedrukt.
De afkorting van het programma (P1, P2, P3
en P4) knippert: druk op de knoppen "+" en
"-" om het gewenste programma in te stellen.
Druk op de toets "Modus" om te bevestigen.
79
NL