BESCHRIJVING (fig. A)
Deze generator is ontworpen voor het
opwekken van elektriciteit om hiermee
netgevoede machines of appararaten te
voeden.
1 Aan/uit-schakelaar
2 Choke
3 Startkoord
4 Brandstofkraan
5 Deksel brandstoftank
6 Wisselspanningsuitgang
7 Resetknop wisselspanningsuitgang
Bijvullen van brandstof (fig. A)
Vul nooit brandstof bij terwijl de
machine draait. Laat de machine
na gebruik minimaal 15 minuten
afkoelen alvorens brandstof bij
te vullen. Gebruik altijd brandstof
die voldoet aan de volgende
specificaties: ongelode benzine,
octaangehalte minimaal 85,
gemengd met olie
(mengverhouding olie :
bezine 1 : 50).
Rook niet in de buurt van de
machine of de brandstof. Vul
nooit brandstof bij in de buurt
van vonken, vlammen of open
vuur.
Verwijder het deksel (5) van de vulopening.
I
Giet de brandstof voorzichtig in de
I
vulopening. Vul de tank niet verder dan tot
de bovenkant van het brandstoffilter.
Breng het deksel weer op de vulopening
I
aan.
Starten van de motor (fig. A, B & C)
Vergewis u ervan dat er GEEN belasting is
I
aangesloten.
Draai de brandstofkraan (4) naar de stand
I
"ON".
Schuif de choke (2) helemaal naar links.
I
31L801
Zet de aan/uit-schakelaar (1) in de stand
I
"ON".
Trek zacht aan het startkoord (3) tot u
I
weerstand voelt.
Geef een krachtige ruk aan het startkoord.
I
Herhaal dit zo nodig totdat de motor draait.
Schuif de choke langzaam helemaal terug
I
naar rechts.
Gebruik van de generator
Start de motor zoals hierboven beschreven.
I
Om een elektrisch apparaat of machine
I
aan te sluiten, steekt u de netstekker in de
wisselspanningsuitgang (6).
In geval van kortsluiting of overbelasting van
een uitgang wordt deze door een
elektronische beveiliging uitgeschakeld.
Om de wisselspanningsuitgang weer in te
I
schakelen, drukt u op de resetknop (7).
Uitschakelen (fig. A & B)
Vergewis u ervan dat er GEEN belasting is
I
aangesloten.
Zet de aan/uit-schakelaar (1) in de stand
I
"OFF".
Draai de brandstofkraan (4) naar de stand
I
"OFF".
REINIGING EN ONDERHOUD
Voor een goed functioneren en lange
levensduur van de machine is regelmatige
reiniging en onderhoud essentieel.
Rook niet tijdens onderstaande
werkzaamheden. Voer geen
werkzaamheden uit in de buurt
van vonken, vlammen of open
vuur.
Luchtfilter (fig. C)
Het luchtfilter dient elke 50 bedrijfsuren te
worden gereinigd.
Draai de 2 schroeven (8) los.
I
Verwijder het deksel (9).
I
Neem het luchtfilter (10) van het deksel.
I
7