•
Plaats de schakelaar op ON om de leds ingeschakeld te laten.
•
Plaats de schakelaar op AUTO om de leds in te schakelen van zodra
de lamp een beweging waarneemt en de intensiteit van het
omgevingslicht minder is dan 10 lux. De leds blijven ±10 s
ingeschakeld.
•
Plaats de schakelaar op OFF om de lamp uit te schakelen.
6. De batterijen
•
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn knippert er een rode led in de
PIR sensor [B].
•
Open het batterijvak achteraan de lamp.
•
Plaats 4 nieuwe AA-batterijen (LR6C). Respecteer de polariteit.
•
Gebruik enkel 4 nieuwe batterijen van hetzelfde type.
•
Sluit het batterijvak.
Volg de instructies op de verpakking van de
batterijen. Houd de batterijen uit de buurt van
kinderen.
7. Problemen en oplossingen
Lage gevoeligheid sensor
Verwijder alle voorwerpen vooraan de lamp.
Gebruik de lamp enkel bij een omgevingstemperatuur van < 30°C.
Ga na of er beweging is binnen het waarnemingsveld.
Er mag hoogstens 10 lux omgevingslicht zijn.
Leds schakelen niet uit in AUTO-modus
Ga na of er beweging is binnen het waarnemingsveld.
Controleer de batterijen.
Ga na of de lamp onderhevig is aan temperatuurschommelingen.
8. Technische specificaties
aantal LEDs
werkstroom
stroom in stand-by
omgevingslicht
tijdsduur automatische inschakeling 10 ± 2 sec.
max. bereik
stralingshoek
werktemperatuur
vochtigheidsgraad
voeding
14/11/2011
ZLLPIRN
8
120 mA
30 ~ 40 µA
< 10 lux
5 m (@ 24°C)
120°
10 ~ 30°C
< 93 %
4 x AA-batterij (niet meegelev.,
LR6C)
7
©Velleman nv