3.6 Ficha de control (sólo para AW500CD-V)
En de la unidad AW500CD-V viene montada de serie una ficha de
control, cuya función es permitir la ejecución sencilla y rápida de
pruebas del propio amplificador y de la línea o líneas de altavoces,
utilizando las fichas PM094-V.
Esta tarjeta gestiona todas las funciones amplificador, desde las
entradas al diagnóstico, y realiza las siguientes funciones:
• medidas de impedancia de línea;
• diagnóstico del amplificador;
• comprobación de la integridad de la línea de altavoces.
• verificación del aislamiento de tierra (GND FAULT);
• control de volumen;
• selección de dos entradas;
• control del relé de potencia;
• posibilidad de activación del filtro LOW CUT;
La ficha además puede controlarse mediante conexión serie.
Además de efectuar todas las operaciones y/o verificaciones
configuradas localmente con los dip-switch, es posible visualizar y
modificar todos los parámetros entre los cuales:
• lectura de la impedancia de referencia para el test;
• valor mínimo y máximo dentro de los cuales el test es válido;
• lectura del estado de los test;
• test de la entrada;
• medida de la temperatura de los transistores finales;
• regulación del volumen;
• comando remoto del relé.
• Conexiones
Debe usarse la regleta de bornes (1) presente en
el panel posterior del AW500CD-V para realizar
las principales conexiones.
• Conexión a la línea de altavoces
Conectar el terminal 1 de la regleta de bornes (18) a la salida de
potencia HI. En cambio la línea de altavoces hay que conectarla al
terminal 2 y terminal LOW (véase figura 3.5.2 pág. 27).
• Conexión con las terminaciones de línea PM094-V
Para el control de la integridad de la línea de altavoces, es necesario
conectar, al final de la propia línea, dos tarjetas PM094-V como mostrado
en la figura 3.5.1.
N.B.: las tarjetas deben tener la misma dirección lógica; además deben estar
puestos los puentes CN106 y CN107 (ver correspondiente folleto).
• Conexión entrada (opcional)
Si se desea conectar una segunda entrada, utilizar los terminales (1),
9 y 10 de la bornera de conexión como mostrado en la figura 3.6.2.
NoTA
El nivel de la entrada exterior de la ficha de control no lo controlan los
tonos ni el control de volumen general.
8
α
DATASHEET
Fig./Afb. 3.6.2
3.6 Besturingskaart (alleen voor AW500CD-V)
Binnenin de eenheid AW500CD-V wordt standaard een besturingskaart
geïnstalleerd, ontworpen om een eenvoudige en snelle test op de
versterker zelf en de versterkerslijn(en) uit te voeren, met gebruik van
de kaarten PM094-V.
Deze kaart bestuurt alle functies van de versterker, van de ingangen
tot de diagnostiek, en kan de volgende functies uitvoeren:
• impedantiemetingen van de lijn;
• diagnostiek van de versterker;
• controle van de goede staat van de versterkerslijn.
• controle aardingsisolatie (GND FAULT);
• geluidsvolumecontrole;
• selectie van twee ingangen;
• controle van het vermogensrelais;
• mogelijkheid om LOW CUT filter in te schakelen;
Deze kaart kan bovendien ook bestuurd worden via een seriële
aansluiting.
Niet alleen alle lokaal met de dip-switch ingestelde handelingen en/of
controles worden uitgevoerd, maar ook is het mogelijk alle parameters
weer te geven en te wijzigen, onder andere:
• aflezen van de referentie-impedantie voor de tests;
• minimum- en maximumwaarde waarbinnen de test geldig is;
• aflezen van teststatus;
• ingangstest;
• temperatuurmeting van eindtransistoren;
• regeling geluidsvolume;
• afstandsbediening van het relais.
• Aansluitingen
De klemmenstrook (1) op het achterpaneel van
de AW500CD-V moet gebruikt worden voor de
hoofdaansluitingen
Fig./Afb. 3.6.1
• Aansluiting op de luidsprekerslijn
Sluit klem 1 van de klemmenstrook (18) aan op de vermogenseenheid
HI. De luidsprekerslijn moet echter op klem 2 worden aangesloten en
klem LOW (zie afbeelding 3.5.2 pag. 27).
• Verbinding met lijnaansluitingen PM094-V
Om te testen of de versterkerslijn in goede staat is, moeten aan het eind van
die lijn twee kaarten PM094-V worden geïnstalleerd, zoals aangegeven
in figuur 3.5.1.
N.B.: deze kaarten moet hetzelfde logische adres hebben; bovendien
moeten de jumpers CN106 en CN107 zijn geplaatst (zie betreffend
instructieboekje).
• Aansluiting ingangù (optioneel)
Indien men een tweede ingang wenst aan te sluiten, dienen de
klemmen 8, 9 e 10 van de klemmenstrook (1) gebruikt te worden,
zoals aangegeven op afbeelding 3.6.2.
oPMERKING
Het niveau van de externe ingang van de besturingskaart wordt niet
beheerst door de toonregelaar en de algemene volumeregelaar.
Fig./Afb. 3.6.3