NETVOEDING
Verbind de transformator met het apparaat (fig.1 - ref.9) door de stekker in het daarvoor bestemde
aansluitpunt van het apparaat te steken (fig.1 - ref.5).
Steek de stekker van de transformator in het stopcontact.
Waarschuwing: indien bij een volstrekt lege batterij het apparaat ook niet op netvoeding wil werken,
het apparaat uitschakelen, de batterij ongeveer vijf minuten opladen en na aansluiting op het
elektriciteitsnet het apparaat weer inschakelen.
WERKING MET BATTERIJ
Type 652.02
•Het apparaat heeft een led-indicator van de laadstatus (fig. 2).
4 leds aan = 100% geladen
• •
3 leds aan = 75% geladen
• •
2 leds aan = 50% geladen
• •
• •
1 leds aan = 25% geladen
•Wanneer het controlelampje van de laadstatus (fig.1 - ref. 8) knippert, betekent dit dat de batterij
een laadniveau van minder dan 25% heeft.
•Laad de batterij alleen op wanneer duidelijk is gebleken dat de capaciteit van het apparaat
verminderd is.
•Wanneer de batterij leeg is, gaat het apparaat automatisch uit.
Type 652.03
•Laad de batterij alleen op wanneer duidelijk is gebleken dat de capaciteit van het apparaat
verminderd is.
•Wanneer de batterij leeg is, gaat het apparaat automatisch uit.
OPLADEN VAN DE BATTERIJ
•Alvorens het apparaat voor de eerste keer te gebruiken dient de batterij gedurende 3 uur (Type
652.02) of 3,5 uur (Type 652.03) uur te worden opgeladen. De daaropvolgende keren moet het
apparaat minstens 2,5 uur (Type 652.02) of 3 uur (Type 652.03) worden opgeladen.
•Schakel het apparaat met behulp van de schakelaar (fig.1 - ref.3) uit.
De batterij kan alleen worden opgeladen wanneer het apparaat is uitgeschakeld.
•Verbind de transformator (fig.1 - ref.9) met het apparaat door de connector in het daarvoor
bestemde aansluitpunt van het apparaat te steken (fig.1 - ref.5).
Of sluit de transformator op de basis aan (fig.1 - ref.6) door de connector in het aansluitpunt van
de basis te steken (fig.1 - ref.5) en het apparaat daarop te plaatsen.
•Steek de stekker van de transformator in het stopcontact.
•Tijdens het opladen gaat het rode lampje branden (fig.1 - ref.8).
•Type 652.02: tijdens het opladen van de batterij geven de 4 groene leds het bereikte laadniveau
aan. Met 3 permanent brandende leds (ongeveer 90 min. opladen) kan het apparaat al maximaal
60 min. draadloos werken.
•Type 652.03: na ongeveer 90 min. opladen begint het rode lampje (fig.1 - ref.8) te knipperen. Bij
dit laadniveau kan het apparaat al maximaal 60 min. draadloos werken.
•Wanneer het opladen voltooid is, gaat het rode lampje (fig.1 - ref.8) uit.
•Bij een volledig opgeladen batterij is het apparaat in staat om 100 minuten zonder netvoeding te
functioneren.
•Nadat het apparaat een aantal uren draadloos gewerkt heeft, kan het laadniveau aanzienlijk afnemen.
•Het maximale laadniveau wordt bereikt na 4 tot 5 keer opladen.
AFSTELLEN VAN DE HAARLENGTE
Het apparaat is voorzien van een VARIO-CUT SYSTEM waarmee 5 verschillende haarlengtes kunnen
worden gekozen (fig. 3) met de speciale schakelaar (fig. 1 – ref. 4).
KNIPPEN MET OPZETKAMMEN
Het apparaat kan met of zonder opzetkammen gebruikt worden, afhankelijk van het te knippen model (fig.
1 - ref. 10). Met de opzetkammen kunnen verschillende lengtes worden verkregen tussen 4 en 20 mm.
AANBRENGEN EN VERWIJDEREN VAN DE OPZETKAM
•Het apparaat uitschakelen.
•Monteer de opzetkam door deze in de behuizing te laten glijden en naar beneden te duwen (fig.4A)
•Voer deze handeling in omgekeerde volgorde uit om de opzetkam te verwijderen (fig.4B).
DEMONTAGE VAN MESSEN
•Het apparaat uitschakelen.
•Duw de messen van onderen af uit hun behuizing om ze te verwijderen (fig. 5).
•LET OP: Zet de schakelaar (fig. 1 - ref. 4) op 3.0 (fig. 6) om de messen weer te monteren;
plaats eerst de achterkant in zijn zitting (fig. 6, A) en duw daarna de voorkant aan om het
apparaat te sluiten (fig. 6, B).
LET OP: controleer voordat u het mes monteert of de motorpin (fig. 8 - ref. 1) zo gedraaid is dat hij
in de behuizing op de binnenzijde van het mes kan komen (fig. 8 - ref. 2).
28