Onderhoud - Metabo KT 1441 Instrucciones De Manejo

Kerfsnede aanbrengen:
zaag in een rechte hoek tot de valrichting een kerf
(A) met een diepte van 1/3 van de boomdoors-
nede, zoals in de afbeelding wordt getoond.
C
A
B
Eerst de onderste horizontale kerfsnede
aanbrengen. Daardoor wordt het inklemmen van
de zaagketting of de geleider bij het aanbrengen
van de tweede kerfsnede voorkomen.
Valzaagsnede aanbrengen:
de valzaagsnede (B) minimaal 50 mm boven de
horizontale kerfsnede aanbrengen, zie afbeelding.
De valzaagsnede parallel aan de horizontale kerfs-
nede maken. De valzaagsnede slechts zo diep
inzagen dat er nog een brug (breukvlak) (C) blijft
staan, die als scharnier kan werken. De brug voor-
komt dat de boom draait en in de verkeerde
richting valt. Zaag de brug niet door. Breedte van
de brug (C): 50 mm.
Wanneer de valzaagsnede in de buurt van de brug
komt, zou de boom moeten beginnen te vallen.
Wanneer blijkt dat de boom niet in de gewenste
richting valt of naar achteren neigt en de zaagket-
ting vastklemt, de valzaagsnede onderbreken en
wiggen van hout, kunststof of aluminium
gebruiken om de snede te openen en de boom op
de gewenste vallijn te brengen.
Wanneer de boom begint te vallen de kettingzaag
uit de snede verwijderen, uitschakelen, wegzetten
en het gevarengebied via de geplande uitweg
verlaten Op vallende takken letten en niet strui-
kelen.
Naspannen van de zaagketting
Bij het werken met de kettingzaag rekt de zaagket-
ting als gevolg van de warmte uit. Deze hangt dan
door en kan uit de groef van het zwaard springen.
De kettingspanning (zoals aangegeven in hoofd-
stuk 7.1) controleren en de ketting zo nodig
naspannen.
Wanneer de zaagketting wordt nagespannen
terwijl hij warm is, dient hij na afloop van het zagen
beslist te worden ontspannen. Anders kan tijdens
het afkoelen een hoge krimpspanning ontstaan.
Ontoereikende kettingsmering
Wanneer het oliereservoir nog bijna vol is nadat de
kettingzaag ongeveer 20 minuten is gebruikt, kan
het zijn dat het oliekanaal (12) van de machine of
de olie-inlaatopening (14) van het zwaard verstopt
is. Deze moeten dan gereinigd worden.
Wanneer het oliekanaal van de machine dient te
worden schoongemaakt, de bevestigingsschroef
van de afdekplaat (11) eruit draaien en de afdek-
plaat afnemen.
1/3
NEDERLANDS
Om de kettingzaag te transporteren
(na gebruik) de meegeleverde contactbeveiliging
op het zwaard steken.

9 Onderhoud

Voor alle onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact halen!
Zaagketting
Wanneer met een botte zaagketting wordt
gewerkt, leidt dit tot voortijdige slijtage van de
ketting, het kettingwiel en het zwaard. Ook een
voortijdige breuk van de zaagketting kan hier het
gevolg van zijn. Daarom is het belangrijk dat de
zaagketting op tijd wordt geslepen.
Het slijpen dient te gebeuren in een gespecialise-
erde werkplaats. De zaagtanden van de zaagket-
ting hebben de volgende hoeken: bovenhoek =
85°, snijhoek = 60°, slijphoek= 30°.
Voor het slijpen van de zaagketting wordt een
ronde vijl van 4 mm gebruikt.
Met de Metabo zaagketting-slijpset kan men de
zaag ook zelf slijpen.
Voor het slijpen de gebruiksaanwijzing die bij de
zaagketting-slijpset hoort lezen en in acht nemen.
Zaagketting-slijpset of zaagketting als reserve, zie
het hoofdstuk Accessoires.
Zwaard
Door de smeergaten naast de klinknagels voor het
neustandwiel aan het voorste zwaarduiteinde dient
nu en dan (met een smeerpistool) wat kogella-
gervet te worden ingebracht.
De onderkant van het zwaard is onderhevig aan
bijzonder sterke slijtage. Om eenzijdige slijtage
van het zwaard te voorkomen, dient dit telkens
wanneer de zaagketting geslepen wordt te worden
omgekeerd.
Bij deze gelegenheid ook de groef en de olie-inla-
atopeningen (14) van het zwaard schoonmaken.
Zwaard als reserve zie het hoofdstuk Accessoires.
Kettingwiel
Wanneer er sporen van slijtage op het kettingwiel
(19) te zien zijn, dient het te worden vervangen.
Na gebruik van twee zaagkettingen is in de regel
ook het kettingwiel versleten.
Zie het hoofdstuk Reparatie.
KoolborstelsWanneer de koolborstels van de
kettingzaag versleten zijn, onderbreekt het auto-
matische uitschakelmechanisme de stroom-
toevoer en komt de machine tot stilstand.
Zie het hoofdstuk Reparatie.
NL
37