6. Elektrische aansluitingen
6.1.2. Gescheiden voedingen voor binnenapparaat/buitenapparaat (Alleen voor de toepassing PUHZ/PUZ)
De volgende aansluitpatronen zijn mogelijk.
De aansluitpatronen van de buitenapparaten variëren per model.
* De aansluitkit voor de voeding van het binnenapparaat is vereist.
* Breng het label B bij het aansluitschema van de binnen- en buitenapparaten aan. Dit label is bij de handleidingen meegeleverd.
* De aansluitkits voor de voeding van het binnenapparaat zijn vereist.
* Breng het label B bij het aansluitschema van de binnen- en buitenapparaten aan. Dit label is bij de handleidingen meegeleverd.
Opmerking:
Sommige apparaten kunnen niet worden gebruikt in een systeem dat gelijktijdig tweevoudig/drievoudig/viervoudig is. Raadpleeg voor informatie de installatie-
handleiding van het buitenapparaat.
Zie de volgende tabel indien de binnen- en buitenapparaten aparte voedingen hebben.
Indien de aansluitkit voor de voeding van het binnenapparaat wordt gebruikt, dient u
de bedrading van de elektrische aansluitdoos te wijzigen, zie de figuur rechts, en de
instellingen van de DIP-schakelaar van het bedieningspaneel van het buitenapparaat.
Aansluitkit voor de voeding van het
binnenapparaat (optie)
Aansluitingen wijzigen in de aansluit-
doos van het binnenapparaat
Label bij alle aansluitschema's aange-
bracht voor de binnen- en buitenap-
paraten
Instellingen van de DIP-schakelaar
van het buitenapparaat (alleen bij
gescheiden binnen-/buitenapparaat-
voedingen)
* Er zijn drie soorten labels (labels A, B, en C). Bevestig de juiste labels op de ap-
paraten, in overeenstemming met de aansluitmethode.
Model binnenunit
Voeding binnenunit
Ingangsvermogen binnenunit
Hoofdschakelaar (stroomverbreker)
Voeding binnenunit & aarde voor voeding binnenunit
Binnenapparaat-Buitenapparaat
Aarde voor verbindingskabel tussen binnenunit/buitenunit
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
Binnenapparaat L-N
Binnenapparaat-Buitenapparaat S1-S2
Binnenapparaat-Buitenapparaat S2-S3
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
*1. Gebruik een aardlekschakelaar (NV) met een contactopening van minimaal 3,0 mm per pool.
De netscheider wordt geleverd om te zorgen voor de afsluiting van alle actieve faseaansluitingen van het apparaat.
*2. Max. 120 m
*3. Max. 500 m
(Als 2 afstandsbedieningen worden gebruikt, bedraagt de maximale lengte voor de afstandsbedieningskabels 200 m.)
*4. De cijfers zijn NIET altijd van toepassing bij aarding.
Opmerkingen: 1. De afmeting van de bedrading moet voldoen aan de van toepassing zijnde locale en nationale norm.
2. De voedingskabels en de verbindingskabels van de binnen- en buitenapparaten mogen niet lichter zijn dan met polychloropreen bekleede flexi-
kabels. (Ontwerp 60245 IEC 57)
3. Breng een aarding aan die langer is dan de andere kabels.
4. De afstandsbedieningskabel moet op een zekere afstand (5 cm of meer) worden gehouden van de voedingskabel zodat de afstandsbedieningskabel
niet wordt beïnvloed door de elektrische ruis van de voedingskabel.
Waarschuwing:
Voorkom rookvorming, brand en communicatiestoringen en splijt derhalve de voedingskabel en de kabel tussen het binnen- en buitenapparaat niet.
68
1:1-systeem
Twee-/drie-/viervoudig gelijktijdig werkend systeem
Vereist
Vereist
Vereist
ON
3
OFF
1
2
(SW8)
Zet de SW8-3 op AAN.
*1
*2
*3
*4
*4
*4
*4
A Voeding buitenapparaat
B Aardlekschakelaar
C Stroomonderbreker of scheider
D Buitenapparaat
E Verbindingskabels tussen de binnen/buitenapparaten
F
Afstandsbediening
G Binnenapparaat
H Optie
J
Voeding binnenapparaat
A Voeding buitenapparaat
B Aardlekschakelaar
C Stroomonderbreker of scheider
D Buitenapparaat
E Verbindingskabels tussen de binnen/buitenapparaten
F
Afstandsbediening
G Binnenapparaat
H Optie
J
Voeding binnenapparaat
<Vervanging van het aansluitblok voor het binnenapparaat>
3
2
4
1
1 Maak de connector CN3C (blauw) los van
het bedieningspaneel van het binnenap-
paraat.
2 Maak de connector CN01 (zwart) los van
het bedieningspaneel van het binnenap-
paraat.
3 Maak de aansluiting voor het lipje los.
4 Verwijder de schroef uit het aansluitblok.
PLA
~/N (single), 50 Hz, 230 V
16 A
3 × Min. 1,5
2 × Min. 0,3
–
2 × 0,3 (Geen polariteit)
230 V AC
–
24 V DC
12 V DC
2
3
1
4
Installeer de optionele aansluitset voor de
voeding. Raadpleeg voor informatie de instal-
latiehandleiding voor de optionele aansluitset
voor de voeding.
1 Zet het aansluitblok vast met de schroef.
2 Plaats de aansluiting voor het lipje.
3 Sluit de connector CN01 (zwart) aan op het
bedieningspaneel van het binnenapparaat.
4 Sluit de connector CN3C (blauw) aan op het
bedieningspaneel van het binnenapparaat.