5.
PROGRAMMERING VAN DE BEDRIJFSLOGICA
De bedrijfslogica kan worden geselecteerd door de knop SW1 net
zo vaak in te drukken als het nummer van de gewenste logica is,
onafhankelijk van de huidige logica en de status van de deur. De
tijd tussen de ene druk op de toets en de volgende moet korter zijn
dan 1 seconde.
De geselecteerde logica wordt vervolgens continu weergegeven
door het knipperen van de led DL1, 1 keer per seconde met
tussenpozen van 3 sec., net zo vaak als het nummer van de
gewenste bedrijfslogica.
Om de logica's te selecteren moet u zo vaak op SW1 drukken als
wordt aangegeven in de volgende tabel:
Nr.
Logica
Beschrijving
1
B/C
Gemengd B / C
(default)
2
B
Halfautomatisch B
3
C
Dead man
Halfautomatisch stap voor
4
EP
stap
5
AP
Automatisch stap voor stap
6
P
Parkeren
7
A
Automatisch
6.
INBEDRIJFSTELLING
6.1. CONTROLE VAN DE LED'S
In de onderstaande tabel wordt de status van de leds aangegeven
in relatie tot de status van de ingangen (vet gedrukt de conditie
van automatisch systeem gesloten en in rust).
Controleer de status van de signaleringsleds aan de hand van de
onderstaande tabel.
Werking statussignaleringsleds
LED
Beschrijving
AAN (contact gesloten)
Knipperend, om de geselecteerde logica aan
DL1
/
Eindschakelaar
DL2
FCA
DL3
FCC
Eindschakelaar sluiting vrij
DL4
OPEN
Commando actief
DL5
CLOSE
Commando actief
DL6
SAFETY
gedeactiveerd
DL7
STOP
Commando niet actief
6.2 ZELFLEREN TIJDEN
De volgende procedure dient te worden gevolgd voor het zelfleren
van de werktijden:
1. verzeker u ervan dat de deur gesloten is en de eindschakelaar
voor sluiting geactiveerd is (led FCC moet uit zijn), en of de leds
STOP en SAFETY branden;
2. druk op SW1 en houd hem ingedrukt totdat het automatische
systeem de openingsmanoeuvre begint;
3. het automatische systeem zal automatisch stoppen wanneer de
eindschakelaars bij opening worden bereikt;
4. nadat de motor gestopt is, begint de kaart met het zelfleren van
de extra werktijd (time-out waarna de kaart het commando
voor stopzetting van de motor geeft als de eindschakelaar niet
correct wordt bereikt). Wacht de gewenste tijd af (max. 10 min.),
en druk daarna op OPEN of SW1 om de tijd in het geheugen op
te slaan;
5. als de logica AP is ingesteld, begint de kaart de pauzetijd te leren
nadat de procedure van punt 4 voltooid is. Wacht de gewenste
pauzetijd af, druk daarna opnieuw op OPEN of SW1 om deze
tijd op te slaan (max.=5 min.). Vervolgens zal het automatische
systeem automatisch beginnen met het sluiten van de deur;
6. als er daarentegen een andere logica ingesteld is dan AP , is het
zelfleren al voltooid bij punt 4. Druk op OPEN of CLOSE, afhankelijk
van de logica, om de deur te sluiten.
AANTAL MALEN
INDRUKKEN
SW1
1 maal
2 maal
3 maal
4 maal
5 maal
6 maal
7 maal
UIT (contact
geopend)
te geven
Eindschakelaar
opening vrij
opening geactiveerd
Eindschakelaar
sluiting geactiveerd
Commando niet
actief
Commando niet
actief
Veiligheden
Veiligheid
geactiveerd
Commando actief
6.3. VOORKNIPPERFUNCTIE
Als u het veiligheidsniveau van de installatie wilt verhogen, kunt u de
voorknipperfunctie activeren, waarmee het lichtsignaal 3 seconden
voordat de sluitbeweging begint, wordt ingeschakeld.
Handel als volgt om de voor knipperfunctie te activeren:
1) controleer of de poort gesloten is
2) open het contact Stop en houd hem open
3) controleer of de led DL1 gedoofd is (als hij brandt is de
voorknipperfunctie al actief)
4) druk even op de knop SW1 en controleer of de led DL1 brandt
5) sluit het contact Stop weer (DL1 dooft).
Handel als volgt om de functie te deactiveren:
1) controleer of de poort gesloten is
2) open het contact Stop en houd hem open
3) controleer of de led DL1 brandt (als hij gedoofd is, is de
voorknipperfunctie al gedeactiveerd)
4) druk even op de knop SW1 en controleer of de led DL1 dooft
5) sluit het contact Stop weer
7.
TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Aan het einde van de programmering moet worden gecontroleerd
of de installatie correct functioneert. Controleer vooral of de
veiligheidsvoorzieningen correct in werking treden.
17