NL
aan de slingers.
Let op! De eenheid moet worden vastgezet als
deze aan kabels hangt.
Elektrische installatie
De elektrische aansluiting moet worden
uitgevoerd door een bevoegde elektricien
volgens de relevante regels.
De elektrische installatie kan voor verticale
montage vanaf de boven-/onderkant en
voor horizontale montage vanaf de linker-
/rechterkant worden uitgevoerd.
De bedrading kan intern door de eenheid
naar het voedingsblok worden getrokken.
Zet de bedrading met kabelbinders in de
eenheid vast om te voorkomen dat deze in de
ventilatoren wordt gezogen.
De motoren worden standaard op een
driefase 230 V-voeding aangesloten, maar
ze kunnen ook geschikt worden gemaakt
voor een driefase 400 V-voeding (zie
pagina 10). Voor de snelheidsregeling moet
een frequentieomvormer o.i.d. worden
gebruikt. Het is mogelijk om een zekering
van 10 A te gebruiken. Aansluiting op een
veiligheidsschakelaar wordt niet aanbevolen.
Zie het bedradingsschema op pagina 10-13.
Als een andere frequentieomvormer dan
de ADCF15 wordt gebruikt, moet de max.
frequentie 43 Hz en de min. frequentie 16 Hz
zijn.
Gebruik uitsluitend kabels met een
omvlochten, vertind koperen afscherming
(type "CY") met 85% bedekking. Zie de
installatierichtlijnen CE-EMC voor de
frequentieomvormer. De max. kabellengte is
50 m. Een geschikte kabeldoorsnede is 1,5
mm².
Let op! Voordat het voorpaneel wordt
vastgezet, moet worden gecontroleerd of de
ventilatoren in de richting roteren die door
de pijlen op de ventilatoren wordt aangegeven
(zie Fig. 7). Indien dat niet het geval is,
moeten twee fases in de motorvoeding worden
omgewisseld om de rotatierichting te wijzigen.
Bij het aansluiten van de AD Corinte op de
ADEA moet de parameter FANC op 1 worden
gezet. Zie de instructie voor de ADEA voor
meer informatie.
42
Thermozone AD Corinte W
Aansluitkant van waterspoel wijzigen
Als de waterspoel aan de andere kant dan
geleverd moet worden aangesloten, moet het
voorpaneel worden verwijderd (zie Fig. 4).
Voor het verwijderen van de waterspoel, zie
Fig. 3.
1. Verwijder de buitenste schroeven van de
spoel met bijvoorbeeld een zeskantsleutel
1/4". Zie Fig. 3.
2. Maak de binnenste schroeven op de
spoel los, maar verwijder ze niet van het
luchtgordijn.
3. Til de waterspoel eruit en draai deze.
4. Monteer de spoel in omgekeerde volgorde.
Waterspoel aansluiten
Het luchtgordijn heeft een aluminium
gevinde verwarmingsspoel met koperen
buizen die geschikt zijn voor aansluiting
op een gesloten waterverwarmingssysteem.
De verwarmingsspoel mag niet worden
aangesloten op een hoofddrukwatersysteem of
een open watersysteem.
De unit wordt aangesloten van boven of
van onder met buis van Ø22 mm., door
klemverbindingen of door solderen.
De bovenkant van de verwarmingsspoel
is voorzien van een ontluchtingsklep in de
eenheid. De verwarmingsspoel moet voor
bedrijf worden ontlucht om luchtzakken te
voorkomen.
Als de eenheid verticaal wordt gemonteerd,
kan de wateraansluiting vanaf de boven- of
onderkant worden uitgevoerd. De aansluiting
vanaf de onderkant kan op de volgende
manier worden uitgevoerd:
• Flexibele slangen kunnen door geboorde
gaten in de vloer worden getrokken en op
de luchtgordijnpijpen worden aangesloten.
De flexibele slangen worden op het systeem
onder de vloer aangesloten.
Let op! Bij aansluiting vanaf de onderkant
mogen slangen of pijpen niet zo worden
geplaatst dat ze de luchtstroom naar
de ventilatoren hinderen. Indien nodig
moeten ze worden vastgezet om trillingen
te voorkomen en te zorgen dat ze niet in de
ventilatoren worden gezogen.
Als de eenheid horizontaal wordt
gemonteerd, kan de wateraansluiting vanaf de
linker- of rechterkant worden uitgevoerd. Het