Montage- en bedieningsinstructie drinkwatercirculatie-
NL
pomp Ultracirc S1
7.2 Inbedrijfstelling
ATTENTIE
Voor de inbedrijfstelling dient de installatie
- te worden gevuld.
- grondig te worden gespoeld, zodat geen vreemde deeltjes of
verontreinigingen de pomp kunnen blokkeren
- volledig te worden ontlucht.
Hoorbare stromingsgeluiden wijzen erop dat zich nog lucht in de pomp bevindt.
Door meermaals in- en uitschakelen van de pomp wordt de ontluchting ver-
sneld. Restlucht kan eventueel als volgt worden verwijderd:
- Pomp van het elektrische net loskoppelen, daarna
!
- wartelmoer iets losmaken en de toevoer voorzichtig openen tot
aan de wartelmoer water naar buiten komt. Er dient op te worden
gelet dat de elektrische aansluiting van de pomp niet nat wordt.
- Wartelmoer opnieuw vastdraaien en de pomp weer op het elektri-
sche net aansluiten.
7.3 Instelling van de tijdschakelklok
Bij afbeelding 7.3a:
Het klokdeksel voorzicht met een schroevendraaier openen
Bij afbeelding 7.3b:
Instellen van de actuele tijd door draaien van de instelschijf (1) in de richting van
de pijl tot de actuele tijd overeenstemt met de markering (). Ruiter (3) voor de
tijden waarin de pomp moet draaien uittrekken. Functiekeuzeschakelaar () in-
stellen op ON = pomp in continubedrijf, OFF = pomp uit of TIMER = pomp draait
volgens het programma dat met de ruiters is ingesteld.
7.4 Instellen van de regelthermostaat
De regelthermostaat is bij de S1-R-versies in het gebied van het typeplaatje
te vinden; bij de versies RU of RW links boven in de klokkast. Met een kleine
schroevendraaier moet de pijl op de gewenste temperatuur worden ingesteld.
en Ecocirc E1
®
Werken zonder vloeistof is niet toegestaan en kan al na zeer
korte tot onherstelbare lagerschade leiden
®
53