1. Riembeveiliging
2. Schroef
3. Zeshoekige moer
4. Splitpen en opsluitstift
5. Zeshoekige moer (achter de band gemotnteerd)
6. Nieuwe tand
7. Versleten tand
8. Scherpe snede
9. Splitpen
10. Opsluitstift
FIGUUR 18
1
2
3
4
FIGUUR 19
6
FIGUUR 20
Tine
5
7
Tine
3-1/2"
max.
61
Vervangen ahoofdaandrijfriem
a. Verwijder de splitpen en de opsluitstift (fi g. 18) van de link-
erwielnaaf. Trek het wiel ongeveer 4 cm naar buiten.
b. Verwijder de riembeveiliging door twee (2) Schroef, één
(1) zeshoekige moer en drie (3) sluitringen te domonteren
zodat de riembeveiliging recht naar buiten kan glijden,
van de motor weg (fi g. 18).
c. Maak de riemgeleiders "A" en "B" (fi g. 17)
d. Verwijder de uode riem door hem or vanaf de riemschijf
uit te trekken (fi g. 17).
e. Let een nieuwe riem in de groef van de riemschijf (grote
riemschijf) en in de groef van de motorriemschijf (fi g.
17). De riem noet in de positie van de riemen in de
riemgeleidrs.
f.
Schroef riemgeleiders "A" en "B" (fi g. 17)
Tand vervangen
Als de tand versleten is moet uw cultivator harder werken en
graaft hij niet zo diep. Bovendien kunnen versleten tanden
hiet goed hakken en het organisch materiaal niet goed ver-
snipperen, en het niet diep genoeg begraven. Een tand die
zo versleten is (fi g. 19) moet vervangen worden.
Om er zeker van te zijn dat uw machine steeds perfect werkt
moet u regelmatig controleren of de tanden scherp zijn, of ze
niet teveel versleten zijn en of ze niet verbogen zijn. Dit geldt
vooral de tanden die het dichtst bij de transmissie zitten (fi g.
20). Als de afstand tussen de tanden meer dan 9 cm bedraagt,
moeten ze vervangen worden of rechtgetrokken worden:
Nieuwe tanden moeten gemonteerd worden zoals getoond
wordt in fi guur 21. Geslepen tanden roteren achterwaarts,
van boven naar beneden (fi g. 21).
BELANGRIJK!
Kom nooit aan de motortoerentalregelaar. Hij is af fabriek
geregeld voor het juiste toerental van de motor.
FIGUUR 21
8
9
5
In tegengestelde
richting draaiende
tand
10