2 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
— Het apparaat dient tijdens installatie en andere werkzaamheden afgesloten te worden
van het stroomnet.
— Controleer of de spanning van het stroomnet overeenkomt met de spanning die
aangegeven staat op het plaatje met technische gegevens dat zich aan de binnenzijde van
de afzuigkap bevindt.
— Wanneer het voor de installatie van uw afzuigkap nodig is wijzigingen aan te brengen,
dient u daarvoor contact op te nemen met een gekwalifi ceerde elektricien.
— Wanneer de afzuigkap gebruikt wordt in zijn afzuigfunctie dient u die niet aan te sluiten
op een afvoerkanaal van verbrandingsgassen (verwarmingsketel, schoorsteen, etc.) of op
een VMC (systeem met gecontroleerde mechanische ventilatie).
— Het afvoerkanaal, ongeacht het type dat gebruikt wordt, dient niet uit te monden onder
het dak.
— Installeer de afzuigkap op een veilige afstand van ten minste 70 cm van de kookplaat
(elektrisch, gas- of gemengd).
• GEBRUIK VAN DE AFZUIGFUNCTIE
Bij afvoer naar buiten
(afbeelding 1)
Uw afzuigkap kan aangesloten worden door
middel van een afvoerkanaal (Ø minimaal
125 mm, geëmailleerd, van aluminium
of van een niet brandbaar materiaal).
Wanneer het kanaal een diameter heeft van
minder dan 125 mm is het verplicht de
recirculatiefunctie te gebruiken.
• GEBRUIK VAN DE RECIRCULATIEFUNCTIE
Bij afwezigheid van een afvoer naar buiten
(afbeelding 2)
Al onze apparaten beschikken over de
mogelijkheid om in de recirculatiefunctie te
functioneren.
In dat geval dient u een fi lter van actieve
koolstof
te
plaatsen
absorbeert.
(zie Hoofdstuk 4: Vervanging van het
koolstoffi lter).
die
de
luchtjes
183
NL
afbeelding 1
afbeelding 2