Gebruik het apparaat nooit op de volgende
gebieden:
-
Op het gezicht.
-
Aan de binnenkant van de neusgaten en oren.
-
Op de tepels, tepelhoven en anus.
-
Als u een man bent: op het scrotum.
-
Als u een vrouw bent: op de kleine
schaamlippen en vagina. Gebruik het apparaat
nooit als u zwanger bent of borstvoeding geeft.
-
Op of nabij kunstmatige dingen zoals
siliconenimplantaten, pacemakers,
onderhuidse injectieopeningen (insulinepomp)
of piercings.
-
Op moedervlekken, sproeten, grote aderen,
gebieden met donkerder pigment, littekens,
huidaandoeningen zonder uw huisarts te
raadplegen. Dit kan leiden tot verbrandingen
en verandering van de huidskleur,
waardoor het mogelijk lastiger wordt om
huidgerelateerde ziekten te ontdekken (bijv.
huidkanker).
-
Op wratten, tatoeages of permanente make-
up. Dit kan leiden tot verbrandingen en
verandering van de huidskleur.
-
Op gebieden waar u langwerkende deodorant
gebruikt. Dit kan leiden tot huidreacties. (zie
'Mogelijke bijwerkingen en huidreacties')
Nederlands
237