wAARSCHUwINGEN
• Voer de installatiewerkzaamheden zorgvuldig uit volgens de door de fabrikant gegeven instructies en met inachtneming van de geldende normen.
• Alle componenten mogen alleen gebruikt worden voor de doeleinden waarvoor ze zijn ontworpen. Comelit Group S.p.A. is niet verantwoordelijk voor oneigenlijk
gebruik van de apparatuur, voor wijzigingen die om welke reden dan ook door derden zijn aangebracht, en voor het gebruik van accessoires en materialen die niet
door de fabrikant zijn aangeleverd.
• Alle producten voldoen aan de eisen van de richtlijn 2006/95/EG (die de richtlijn 73/23/EEG en latere wijzigingen vervangt).
Dit wordt bevestigd door het CE-label op de producten.
• Monteer de aders van de stamleiding niet in de nabijheid van voedingskabels (230/400V).
• De installatie-, montage- en servicewerkzaamheden aan de elektrische apparaten mogen uitsluitend door gespecialiseerde elektriciens worden verricht.
TELEFOON DIRECT AANGESLOTEN OP COMELIT INTERFACE
Wanneer er wordt aangebeld kan de telefoon worden opgenomen. Direct daarna kunt u communiceren met de bezoeker.
Indien u de deur wilt openen kan dit door het intoetsen van:
De deur wordt nu geopend en de verbinding wordt na enkele seconden verbroken.
Wanneer er tijdens het gesprek wordt gebeld, hoort u in de hoorn dat er wordt "aangeklopt". U kunt dit gesprek opnemen door de hoorn op te hangen, te wachten tot de bel
overgaat en vervolgens op te nemen. Ditzelfde geldt als u aan de telefoon bent en er wordt bij u aangebeld bij de entree.
OPTIONELE TOEPASSINGEN:
A. TELEFOON DIRECT AANGESLOTEN OP DE COMELIT-INTERFACE, NAAST EEN COMELIT-DEURTELEFOON OF -MONITOR
Na een deurtelefoonoproep treedt het eerste toestel dat wordt opgenomen in verbinding met het entreepaneel; de andere toestellen kunnen deze oproep niet meer
beantwoorden.
B. STANDAARD 'vOLG MIj'-FUNCTIE NAAR EEN TELEFOON OP AFSTAND OF EEN MOBIELE TELEFOON
Wanneer er wordt aangebeld kan de telefoon worden opgenomen. Direct daarna kunt u met de bezoeker communiceren. Als u de deur wilt openen, kan dit door het intoetsen
van:**. De deur wordt nu geopend en de verbinding wordt na enkele seconden verbroken. Voor sommige mobiele telefoons heeft het commando ** een andere functie. In
dat geval kunt u #* gebruiken om de deur te openen.
C. AANGEPASTE 'vOLG MIj'-FUNCTIE NAAR EEN TELEFOON OP AFSTAND OF EEN MOBIELE TELEFOON MET OPROEPSIGNAAL vANAF HET ENTREEPANEEL
Het is mogelijk de installateur een aangepaste 'volg mij'-functie te laten programmeren. In dit geval wordt de interface direct in de 'volg mij'-modus gezet, terwijl ook de
telefoon overgaat en met een deurtelefoon, een monitor of een telefoon kan worden geantwoord.
Als u de telefoon opneemt die door de 'volg mij'-functie is bereikt, hoort u om de 3 seconden 3 pieptonen. Als u op toets 1 drukt kunt u met de bezoeker communiceren, als
u op 0 drukt wordt de oproep geweigerd.
D. AANGEPASTE DEUROPENING
Het is mogelijk de installateur een tweede deuropening te laten programmeren. Met deze optie kan een tweede deur met de telefoon worden geopend met het relais van
art. 2904. Deur 1 die op het entreepaneel is aangesloten kan worden geopend door het intoetsen van ** of #*. De andere deur gaat tegelijk met deur 1 open (default) of
onafhankelijk met alleen het commando #* (zie punt 5L).
Voor sommige mobiele telefoons heeft de code ** een andere functie. In dat geval kunt u alleen #* gebruiken.
1. AANSLUITEN vAN HET SySTEEM:
Sluit de interface aan op de Simplebus lijn volgens één van de schema's op de achterzijde van deze handleiding. De interface is vanuit de fabriek ingesteld voor de werking
op een enkelvoudige videokit. Indien de interface op een videokit wordt gemonteerd kan stap 2, het programmeren van de interface worden overgeslagen.
2. PROGRAMMEREN vAN HET SIMPLEBUS ADRES vAN DE TELEFOONINTERFACE IN 3 STAPPEN:
Belangrijk: verbind een analoge telefoon met de uitgang van de interface.
1 Zet de telefooninterface in de programmeerstand door de schakelaar op stand "ON" te plaatsen.
2 Druk op de beldrukker van het entreepaneel, waar de telefooninterface op dient te gaan werken. De interface slaat het laatst gebelde nummer op. Wacht minimaal 5
seconden en neem de hoorn van de telefoon op, welke direct op de telefooninterface is aangesloten, wacht op een bevestigingstoon en kies:
Hang de hoorn weer op.
3 Zet de telefooninterface terug op de normale stand door de schakelaar op stand "1" te plaatsen.
3. PROGRAMMEREN vAN DE TELEFOONINTERFACE (DOORSCHAkELEN) IN 3 STAPPEN:
De telefooninterface kan zonder programmering worden toegepast wanneer deze als interface direct tussen de buitenlijn en een telefoon wordt geplaatst. Wanneer het
wenselijk is de telefoon door te schakelen naar een buitenlijn of naar een PABX (telefooncentrale), dient de doorschakel functie geprogrammeerd te worden:
Belangrijk: verbind een analoge telefoon met de uitgang van de interface.
1 Zet de telefooninterface in de programmeerstand door de schakelaar op stand "ON" te plaatsen.
2 Neem de hoorn van de telefoon op, welke direct op de telefooninterface is aangesloten, wacht op een bevestigingstoon en kies: ** gevolgd door het telefoonnummer. Sluit
af met **
Voorbeeld: om telefoonnummer (06) 12345678 te programmeren:
Indien een pauze noodzakelijk is, kan deze worden ingegeven door een ## (wacht na het intoetsen van ieder # op een bevestigingstoon).
3 Zet de telefooninterface terug op de normale stand door de schakelaar op stand "1" te plaatsen.
8 8
Hierna volgt een bevestigingstoon.