5. HET ADAPTERMONDJE
Voor speciale toepassingen is een adaptermondje
bijgeleverd. Deze kan worden opgeborgen in een
speciale houder (zie detail). Daarnaast is er een korte,
niet-steriele zuigkatheter van 18 French bijgeleverd.
De korte zuigkatheter kan, evenals de meeste andere
standaardzuigkatheters zonder zuigactiveringsingangen,
in combinatie met het adaptermondje worden
gebruikt. De katheter moet voor het gebruik stevig in
het adaptermondje zijn geplaatst. Het adaptermondje
dient vervolgens op het inlaatventiel te worden
gedrukt. Om het adaptermondje met vrouwelijke
katheters te gebruiken is een dubbel mannelijke
connector bijgeleverd.
6. DE CARTRIDGE
VERWIJDEREN
1. Houd het handvat zoals in de
illustratie met het uiteinde van
u af. Druk met de muis van uw
linkerhand op het cartridge-
reservoir terwijl u het handvat
onder het mondstuk met
de vingers van uw linkerhand vasthoudt.
2. Vang de cartridge met uw rechterhand op
wanneer deze eruit springt, draai hem naar
een hoek van 90 graden en verwijder hem. Als
aanvullende voorzorgsmaatregel tegen lekken kan het
beschermdopje op het inlaatventiel worden geplaatst.
7. PROBLEMEN OPLOSSEN
Verstopping van het inlaatventiel
Verstopping van het inlaatventiel zal vanwege de
grote diameter (1,27 cm) niet vaak voorkomen. Als
een zeer groot object het ventiel toch verstopt, voelt
4510 rev E.indd 14
u een grotere weerstand bij het inknijpen van het
handvat. Door het handvat ingeknepen te houden,
kunt u het object op het uiteinde vasthouden
en zo uit de mond van de patiënt tillen. Om het
inlaatventiel te ontstoppen, houdt u het uiteinde naar
beneden gericht en drukt u het vastzittende object
er doorheen of verwijdert u dit. Daarna kan verder
worden gegaan met zuigen.
Verstopping van het uitlaatventiel
Het uitlaatventiel is zodanig geplaatst dat de kans op
verstopping ervan tijdens het gebruik zeer klein is.
Het uitlaatventiel kan echter verstopt raken wanneer
de cartridge van 425 ml vol is. Dat kan ook gebeuren
als de cartridge gedeeltelijk is gevuld en met het
uiteinde naar boven wordt gehouden. Als het
uitlaatventiel verstopt is, gaat het handvat niet terug
naar de uitgangspositie (samengeperste cartridge).
Open in dat geval de dop van het uitlaatventiel die
het filter op zijn plaats houdt. In de meeste gevallen
ontstopt u daarmee het uitlaatventiel, waarna het
apparaat weer normaal functioneert.
Opmerking: Als het uitlaatfilter is verwijderd, kan
er emesis door het uitlaatventiel ontsnappen.
8. SCHOONMAKEN
Maak het handvat na gebruik grondig schoon door
deze met warm sop af te wassen. Daarna afspoelen
en afdrogen. Controleer de toestand en de werking
van het handvat alvorens deze weer in gebruik te
nemen.
9. SPECIFICATIES
WERKING
Maximale luchtstroom: 70 liter/minuut
Vacuüm (ongeveer): 380 mmHg plus (51 kPa plus)
Vacuümbereik (ongeveer):
170 mmHg - 380 mmHg plus
(23 kPa -51 kPa plus)
FYSIEKE KENMERKEN
Afmetingen (volledig geassembleerd):
13,5" x 2,5" x 4,8"
(34,29 cm x 6,35 cm x 12,2 cm)
Gewicht (ongeveer): 10,3 oz. (292 g)
Capaciteit wegwerpcartridge: 425 ml
OMGEVING
Bedrijfstemperatuur:
-18°C tot 45°C (0°F tot 100°F)
Opslagtemperatuur:
-40°C tot 63°C (-40°F tot 150°F)
14
20.05.2011 12:08:12