HERHALEND AFSPELEN (CD/MP3/USB)
Druk tijdens muziekweergave op de toets MODUS/PROG/GEHEUGEN om een enkele track te
herhalen; druk tweemaal op de toets om alle tracks te herhalen; druk driemaal op de toets om
intro's af te spelen; druk viermaal op de toets om de willekeurige afspeelmodus te selecteren;
druk vijfmaal op de toets om te annuleren.
GEPROGRAMMEERD AFSPELEN (CD/MP3/USB)
1. Druk in stopmodus eenmaal op de MODUS/PROG/GEHEUGEN-toets, het
programmeericoontje verschijnt op de display met als eerste volgordenummer "P01",
vervolgens knippert een tracknummer op de LCD met het programmeericoontje;
2. Selecteer de eerste te programmeren track met de toets OMHOOG/TUN+ of OMLAAG/TUN-,
druk vervolgens nogmaals op de MODUS/PROG/GEHEUGEN-toets om het op te slaan en
verder te gaan naar de volgende programmeringstap (als een MP3-disk of USB meerdere
folders bevat, moeten eerst de folders en vervolgens de tracks worden geprogrammeerd. De
programmeermethode voor de folders werkt hetzelfde als die voor tracks.).
3. Herhaal de stappen hierboven om meerdere tracks te programmeren. U kunt maximaal 20
tracks voor CD's en 99 tracks voor MP3/USB in de gewenste volgorde in het geheugen
programmeren. Als het geheugen vol is, zal "FUL" om de display verschijnen.
4. Druk eenmaal op de toets START/PAUZE/CH+ om het afspelen in de geprogrammeerde
volgorde te starten nadat u alle gewenste tracks hebt geprogrammeerd. De speler stopt
automatisch nadat alle geprogrammeerde tracks zijn afgespeeld.
5. U kunt op de toets STOP/CH- drukken om de geprogrammeerde afspeelmodus te stoppen.
Druk terwijl de geprogrammeerde afspeelmodus is gestopt op de toets START/PAUZE/CH+
om het geprogrammeerde afspelen te starten in dezelfde volgorde als die eerder
geprogrammeerd; druk nogmaals op de toets STOP/CH- om de programmering te wissen.
AUX IN
1. Sluit een audiobron aan op de Aux-ingang op het apparaat, bijvoorbeeld een MP3-speler met
audiokabel.
2. Schakel het apparaat in volgens de betreffende instructies.
3. Druk meerdere keren op de BRON-toets om het apparaat op AUX-modus te schakelen.
4. Gebruik de bedieningen op de aangesloten audiobron om de muziek via het aangesloten
apparaat af te spelen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan druppels of spatten en er mag geen met
vloeistof gevulde voorwerpen, zoals vazen, op het apparaat geplaatst worden.
Wanneer de AC/DC-adapter als ontkoppelapparaat wordt gebruikt, blijft het ontkoppelde
apparaat eenvoudig bedienbaar. Om de stroomtoevoer volledig te verbreken, moet de
AC/DC-adapter volledig van het elektriciteitsnet worden ontkoppeld.
Plaats geen voorwerpen met open vlam, zoals brandende kaarsen, op het apparaat.
Laat rondom het apparaat een minimale afstand van 2 cm vrij voor voldoende ventilatie. De
ventilatie mag niet worden belemmerd door de ventilatieopeningen met voorwerpen als kranten,
tafelkleden, gordijnen, etc. te blokkeren.
Het apparaat dient in tropisch en/of gematigd klimaat te worden gebruikt.
Batterijen moeten op milieubewuste wijze worden afgedankt.
OPGELET: Gevaar op ontploffing wanneer de batterij incorrect is geplaatst. Uitsluitend
vervangen door hetzelfde of een gelijksoortig type.
Stel batterijen niet bloot aan teveel hitte zoals zonlicht, vuur, enz.
De markeringsplaat bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat.
NL-4