er tot drie seconden audio afgespeeld, waardoor u kunt horen hoe het zal klinken
nadat het effect is toegepast. Dit is handig voor het fijnafstemmen van de parameters
van effecten.
Repeat Last Effect – door dit commando te selecteren kunt u het laatst gebruikte
effect met dezelfde instellingen nogmaals toepassen. Dit is een handige manier om
op een snelle manier hetzelfde effect op verschillende delen van een bestand toe te
passen.
Amplify – verandert het volume van de geselecteerde audio. Als u een vinkje zet bij
het vakje "Allow clipping", dan kunt u audio zoveel versterken dat het buiten het
bereik van de golfvorm komt en is geclipped (vervorming). De standaardwaarde die
geselecteerd is als u een effect opent om te versterken, is zo ingesteld dat het
hardste gedeelte zo hard mogelijk is zonder vervorming.
Bass Boost – verbetert de bass-frequenties in de audio.
Change Pitch – verandert de pitch/frequentie van de geselecteerde audio zonder
het tempo te veranderen. Als u het dialoog opent, dan zal de startfrequentie worden
ingesteld op de frequentie die Audacity verwacht voor de selectie. Dit werkt goed bij
opnamen van zingen of muziekinstrumenten zonder achtergrondgeluid. U kunt de
pitch-verandering op verschillende manieren specificeren: muzieknoot, halve tonen,
frequentie of percentage verandering.
Change Speed – verandert de snelheid van de audio door resampling. Door het
verhogen van de snelheid, wordt de pitch ook hoger, en vice versa. Dit zal de lengte
van de selectie veranderen.
Change Tempo – verandert het tempo (snelheid) van de audio zonder de pitch te
veranderen. Dit zal de lengte van de selectie veranderen.
Compressor – comprimeert het dynamisch bereik van de selectie, zodat de harde
gedeelten zachter worden, terwijl het volume van de zachte gedeelten hetzelfde blijft.
U kunt ervoor kiezen om de opname naderhand te normaliseren, waardoor het
gehele stuk een hoger waargenomen volume heeft.
Echo – erg simpel effect dat de selectie met een vertraging herhaalt, waardoor het
klinkt als een serie van echo's. Dit effect verandert de lengte van de selectie niet, en
misschien wilt u dus voor het toepassen van dit effect eerst stilte toevoegen aan het
einde van de track (met behulp van het Generate Menu).
Equalization - Boost of reduceer willekeurige frequenties. U kunt een aantal
verschillende curves selecteren die zijn ontworpen om het geluid van populaire
platenfabrikanten te equalizen of uw eigen curve tekenen.
Fade In – lineaire fade in voor de selectie
Fade Out - lineaire fade out voor de selectie
FFT Filter – vergelijkbaar met Equalization, om willekeurige frequenties te versterken
of verzwakken. De curve gebruikt hier een lineaire schaal voor frequentie.
Invert – Draait de golfvorm verticaal om, hetzelfde als een fase-inversie in het
analoge domein.
Noise Removal – Met dit effect kunt u ruis uit een opname halen. Selecteer eerst
een klein gedeelte van de audio waar alleen ruis is te horen. Selecteer "Noise
Removal", en klik op de knop "Get Noise Profile". Selecteer daarna alle audio die u
wilt filteren en selecteer nogmaals "Noise Removal" en klik op de knop "Remove
Noise". U kunt experimenteren met de schuif om meer of minder ruis te verwijderen.
Het is normaal dat er enige vervorming ontstaat na het gebruiken van
ruisverwijdering. Het werkt het beste als het audiosignaal veel harder is dan de ruis.
Normalize – hiermee kunt u de DC offset corrigeren (een verticale verplaatsing van
de track) en/of versterken zodat de maximale amplitude een vaste hoeveelheid is, -3
20