6.1. ALGEMENE CONTROLE
- Stel vast dat de niet meegeleverde elektrische onderdelen (hoofdstroomschakelaars, verbrekers,
bedrading, leidingconnectors en draadklemmen) deugdelijk zijn geselecteerd volgens de
elektrische gegevens die staan aangegeven in de Technische Catalogus. Stel vast dat de
componenten voldoen aan de geldende normen voor elektrische installaties
- Controleer en stel vast dat de spanning van de stroomvoorziening niet meer afwijkt dan ±10% van
de aangegeven spanning.
- Controleer de capaciteit van de stroombron; indien deze te laag is, kan het systeem wegens
spanningsverlies niet worden gestart.
- Controleer dat de aardedraad goed is aangesloten.
6.2. AANSLUITING ELEKTRISCHE BEDRADING
De aansluiting elektrische bedrading staat in onderstaand figuur weergegeven.
1. Schakel de hoofdstroomschakelaar UIT en haal de dekplaat van de elektrische kast van de CH-
unit af.
2. Snij het midden van de rubberen ring in de sparing voor de bedradingaansluiting weg, zoals
hieronder weergegeven.
3. Sluit de bedrading van de stroomtoevoer en de aarding aan op de aansluitpunten in de
elektrische kast.
4. Sluit de bedrading van de bedieningsleiding aan op de aansluitpunten in de elektrische kast.
ELEKTRISCHE BEDRADING
Nr.
LET OP:
Op aansluitkaart 2 zijn de
connectors 1 en 2 voor het
H-link systeem, en de
connectors 3 en 4 voor de
aansluiting van de CH-kast
op de binnenunit.
125
Benaming
Elektrische regelkast
Bevestigingsschroef
Printplaat
Geluidfilter
Draadklem
Aansluitkaart
Bedieningsleiding
Stroomtoevoerleiding
Transformator