60
nl
Instellingen via de FAS-ASD-DIAG Diagnosesoftware
De onderstaande instellingen hebben alleen betrekking op de apparaatuitvoeringen
FAS-420-TM-R en FAS-420-TM-RVB.
Brandhaardidentificatie
AANWIJZING!
i
De term "ROOM⋅IDENT" wordt in de DIAG-diagnosesoftware gebruikt om de brandhaard te
identificeren.
De brandhaardidentificatie kan in de FAS-ASD-DIAG Diagnosesoftware worden in- en
uitgeschakeld via het scherm "Instellingen" De functie "ROOM⋅IDENT" is standaard
uitgeschakeld.
Hoofdalarm na brandhaardidentificatie
Voor bepaalde toepassingen is het praktisch om de alarmering uit te voeren zodra de
brandhaard is geïdentificeerd. Hiervoor moet "Hoofdalarm na ROOM⋅IDENT" worden
ingeschakeld. Wanneer deze functie is ingeschakeld, is het van belang dat de functie
"ROOM⋅IDENT" ook wordt ingeschakeld, omdat de locatie van de brand anders niet
geïdentificeerd kan worden.
De functie "Hoofdalarm na ROOM⋅IDENT" is standaard uitgeschakeld.
Ingebruikname
AANWIJZING!
i
De volgende naam FAS-420-TM heeft betrekking op alle uitvoeringen van de FAS-420-TM Serie
(FAS-420-TM, FAS-420-TM-R, FAS-420-TM-RVB). Waar nodig wordt gewezen op specifieke
verschillen tussen de afzonderlijke uitvoeringen.
1.
2.
3.
4.
Ingebruikname van brandhaardidentificatie
De brandhaardidentificatie kan in de FAS-ASD-DIAG Diagnosesoftware worden ingesteld via
het scherm "ROOM⋅IDENT".
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
F.01U.088.879 | 3.0 | 2009.07
Plaats de FAS-420-TM Melderunit in de voorgemonteerde behuizingssokkel waarvan de
bedrading is gecontroleerd.
Sluit de X4-jumper opnieuw aan bij het plaatsen van de melderunit (PIN 1-2 of PIN 2-3)
zodat de luchtstroom automatisch wordt gekalibreerd (zie Afbeelding 5, Pagina 4).
Het groene bedrijfslampje knippert als de FAS-420-TM wordt geïnitialiseerd. Nadat de
initialisatie is voltooid, gaat het bedrijfslampje permanent branden.
De luchtstroom van de FAS-420-TM mag tijdens de initialisatiefase niet worden
beïnvloed.
Klik op de knop [Leren]. Hiermee wordt het scherm geopend met de instelbare waarden
die worden gebruikt voor het bepalen van de transporttijden voor de
brandhaardidentificatie in de sectoren A-E.
Voer eerst het aantal openingen voor luchtmonstername in [Aantal aanzuigopeningen].
Voer vervolgens de vrijblaastijd en de spanning voor de vrijblaasventilator en de
aanzuigventilator in [Vrijblaastijd], [Vrijblaasventilator], [Aanzuigventilator].
U kunt de Help-functie oproepen door op het vraagteken rechts naast de betreffende
instelling te klikken.
Klik op het aanzuigpunt (A-E) waarvoor de transporttijd moet worden bepaald.
Voer de voorselectietijd in die nodig is om het aanzuigpunt te bereiken en bied de rook
aan. Als de geselecteerde voorselectietijd verstreken is, moet het betreffende
rookaanzuigpunt gevuld zijn met rook. Nadat de voorselectietijd is verstreken moet de
rook nog gedurende 10 tot 15 seconden op het aanzuigpunt aanwezig zijn.
Controleer aan de hand van het rookniveau of er geen rook in de aanzuigbuis aanwezig is.
Klik op de knop [Start]. De FAS-420-TM-R/-RVB schakelt over op het vrijblazen van de
aanzuigbuis. De indicator van het betreffende aanzuigpunt is geel.
Zet de FAS-420-TM-R/-RVB op aanzuigen zodra de voorselectietijd is verstreken. De rook
moet nu op het geselecteerde aanzuigpunt beschikbaar zijn. Als de FAS-420-TM-R/-RVB
rook waarneemt, wordt het rookniveau weergegeven. De indicator van het geselecteerde
aanzuigpunt wordt groen en de vastgestelde tijd wordt ingevoerd. De leermodus voor het
betreffende aanzuigpunt wordt uitgeschakeld.
FAS-420-TM | FAS-420-TM-R | FAS-420-TM-RVB
Bosch Sicherheitssysteme GmbH