waarde moet de oppervlaktelading worden verwijderd door tijdelijk een belasting op
de accu te zetten, zoals door lampen of andere accessoires enkele minuten in te
koplampen hebt uitgeschakeld.
Testvolgorde: er zijn vier basisstappen nodig om de laadstatus van de accu te testen:
1. Terwijl de stekker van de lader uit het stopcontact is getrokken, sluit u de lader aan
op de accu volgens de instructies in paragraaf 5 en 6.
2. Zet de schakelaar Laadsnelheid en de timer in de OFF-positie.
3. Sluit het netsnoer van de lader aan op het wandstopcontact volgens de instructies in
paragraaf 7.
4. Lees de spanning af op de voltmeter.
Algemene opmerkingen over opladen
Ventilator:
Het is normaal dat de ventilator start en stopt als een volledig geladen accu wordt
onderhouden. Houd de ruimte bij de lader vrij van obstructies zodat de ventilator
Spanning: de spanning die tijdens het opladen wordt weergegeven is de laadspanning;
deze is gewoonlijk hoger dan de rustspanning van de accu.
12.
OPLAADDUUR BEREKENEN
Aan de hand van de volgende tabel kunt u nauwkeuriger bepalen hoe lang het zal duren
om een accu volledig op te laden. Bepaal eerst waar uw accu in de tabel past.
NA betekent dat de opladerinstelling NIET WORDT AANBEVOLEN.
Zoek het vermogen van uw accu in de tabel en noteer de oplaadduur die is aangegeven
voor elke instelling van de lader. De opgegeven duur geldt voor accu's met een lading
van 50% voordat ze worden opgeladen. Voor sterk ontladen accu's is meer tijd nodig.
ACCUMAAT/VERMOGEN
KLEINE
zitmaaier
ACCU'S
200-315 CCA
AUTO/
315-550 CCA
VRACHTWAGEN
550-1000 CCA
SCHEPEN/TRACTIE
13.
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
13.1
Na gebruik en voordat onderhoud wordt uitgevoerd, moet de acculader worden
uitgeschakeld en losgekoppeld (zie paragraaf 5, 6 en 7).
13.2
Veeg alle corrosie en ander vuil of olie met een droge doek van de accuconnectors,
snoeren en de behuizing van de oplader.
13.3
Zorg dat alle componenten van de oplader op hun plaats en bedrijfsklaar zijn,
bijvoorbeeld de plastic kappen op de accuklemmen.
13.4
Voor onderhoud hoeft het apparaat niet te worden geopend, want er zijn geen
onderdelen die door de gebruiker gerepareerd kunnen worden.
13.5
Alle ander onderhoud moet worden uitgevoerd door een bevoegd servicetechnicus.
6-12 Ah
12-32 Ah
enz.
40-60 RC
60-85 RC
80-190 RC
80 RC
140 RC
160 RC
180 RC
OPLAADSNELHEID/OPLAADDUUR - UUR
4 A
20 A
1-2 uur.
NA
2-5 uur.
NA
5½-7¼ uur.
1-1½ uur.
7¼-9¼ uur.
1½-2 uur.
9¼-17½
2-3½ uur.
uur.
8¾ uur.
1¾ uur.
13½ uur.
2¾ uur.
15 uur.
3 uur.
16½ uur.
3½ uur.
87
40 A
70 A
NA
NA
NA
NA
uur.
20-30 min
½-¾
uur.
¾ -1
30-40 min
40 min-1
uur.
1-1¾
uur.
NA
NA
NA
NA
NA
NA
NA
NA