Basishandleiding
❏ Als u een cartridge tijdelijk wilt verwijderen, moet u
er wel voor zorgen dat de inkttoevoer wordt
beschermd tegen stof en vuil. Bewaar de cartridge in
dezelfde omgeving als de printer. Bewaar cartridges
met het label met de inktkleur naar boven. Bewaar
cartridges nooit ondersteboven.
❏ Om zuinig om te gaan met de inkt mag u de
cartridge alleen verwijderen wanneer u deze wilt
vervangen. Cartridges die al bijna leeg zijn, kunnen
na een herinstallatie niet meer worden gebruikt.
❏ Open de verpakking van de cartridge pas op het
moment waarop u de cartridge wilt installeren. De
cartridge is vacuümverpakt om de
betrouwbaarheid te waarborgen. Als u een
cartridge langere tijd buiten de verpakking bewaart
en dan pas gebruikt, is normaal afdrukken
misschien niet meer mogelijk.
❏ Installeer alle cartridges, anders kunt u niet
afdrukken.
Een cartridge vervangen
A
Als u gevraagd wordt een cartridge te vervangen,
opent u de scanner en klikt u op OK. De
cartridgehouder wordt verplaatst naar de positie
waarin de cartridge kan worden vervangen.
Volg onderstaande instructies als u een cartridge
vervangt voordat deze leeg is.
Druk op x en selecteer Onderhoud> Cartridge
vervangen.
Cartridges vervangen
c
Belangrijk:
❏ Til de scanner niet op wanneer het deksel open
is.
❏ Verplaats de cartridgehouder niet met de
hand. Hierdoor kan het apparaat worden
beschadigd.
B
Knijp en verwijder de cartridge.
Opmerking:
Bij verwijderde cartridges kan er inkt zitten om de
inkttoevoer. Wees dus voorzichtig dat er geen inkt in de
omgeving van de cartridge wordt gemorst wanneer de
cartridges worden verwijderd.
15