20
DU
•
Het apparaat mag niet worden geïnstalleerd of gebruikt in brandgevaarlijke
omgevingen.
•
Het apparaat moet op een afstand van meer dan 20 cm van een menselijk
lichaam worden geïnstalleerd.
•
De meegeleverde antenne moet binnenshuis op een droge plaats worden
aangebracht.
•
Het apparaat mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden
geïnstalleerd.
Werking (zie aanvulling F.01U.522.647)
Uitgaande oproepen en rapporten (A) worden standaard verzonden via het analoge telefoonnetwerk (4). Als
de spanning op de telefoonlijn te laag is – statische bewaking (a) – of als er 3 belpogingen van de
inbraakcentrale (2) zijn mislukt – dynamische bewaking (b) – schakelt de ITS-300GSM (3) over op
transmissie via het GSM-netwerk (5). De informatie van de inbraakcentrale wordt óf transparant in de vorm
van een reeks tonen (A1) verzonden naar een gekozen telefoon of alarmontvanger (6) óf als een SMS-
bericht (A2) naar een SMS-ontvanger (7) verzonden als dit is geprogrammeerd. Telefoongesprekken vanaf de
huistelefoon (1) kunnen worden verzonden via GSM (A1) als er zich een storing bevindt in de analoge
telefoonlijn (zie Parameters, cijfer 4). Indien nodig kan de ITS-300GSM ook eigen gebeurtenissen (B), zoals
testoproepen en storing in/herstel van de telefoonlijn in de vorm van een SMS-bericht verzenden.
Programmering op afstand (C) is mogelijk met een mobiele telefoon (8).
Ingebruikneming (zie aanvulling F.01U.522.647)
1.
Stel de jumper in
1.1 Selecteer transmissiemodus (A1 = transparante transmissie, A2 = SMS-transmissie)
1.2 Selecteer storingsuitgangmodus (O1 = storingsuitgang voor telefoon of GSM,
O2 = storingsuitgang voor GSM)
2.
Sluit de antenne aan
3.
Stel de SIM-kaart met de mobiele telefoon zodanig in, dat hij geschikt is voor gebruik met
de ITS-300GSM:
3.1 Controleer bij de antenne de GSM-veldsterkte op het display van de mobiele telefoon
3.2 Schakel de PIN-code van de SIM-kaart uit of wijzig deze in "0000"
3.3 Programmeer, indien nodig, via de SIM-kaart (zie Programmeren)
3.4 Verwijder de SIM-kaart en plaats hem in de ITS-300GSM
4.
Monteer de ITS-300GSM in de behuizing van de inbraakcentrale
5.
Sluit de kabel op de inbraakcentrale aan:
5.1 rood-zwarte kabel parallel aan de batterij in de inbraakcentrale (speciale klemmen)
5.2 grijze kabel (storingsuitgang) op een alarmlijn (optioneel)
5.3 gele kabel op de aansluiting van de huistelefoon – Belangrijk: dit is nodig om gebruik te
kunnen maken van alle functies
5.4 groene kabel op de externe telefoonaansluiting
Bosch Security Systems
ITS-300GSM-installatiehandleiding
.
F.01U.522.651 I A2 I 2006-06