Vasthechting van de chronothermostaat op de sokkel
Opgelet: De configuratie moet uitsluitend uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel.
Met de configuratie van de chronothermostaat kunnen de parameters van werking van de inrichting verpersoonlijkt worden. Om naar het
programma van configuratie te gaan, als volgt tewerk gaan:
1. De toets SET / PROG (toets 6) indrukken. De werkwijze in gebruik wordt tijdelijk onderbroken en
zal automatisch hernemen op het einde van de programmering.
2. Gedurende ongeveer 5 seconden de toets van omschakeling ZOMER / WINTER (toets 7) ingedrukt houden.
OPSCHRIFT
WAARDEN
Om terug te keren naar de beginpagina van het menu van programmering, de toets ENTER (toets 5) indrukken, die de wijzigingen in het
geheugen opslaat. Indien er gedurende 3 minuten geen toetsen worden ingedrukt, verlaat de chronothermostaat het programma van
configuratie en keert terug naar de werkwijze die eerder in gebruik was, zonder in het geheugen op te slaan.
Om de uitgevoerde wijzigingen te elimineren en de vooraf bepaalde waarden van de parameters van configuratie te herstellen, tegelijkertijd
de toetsen
(toets 1) en
Type van verbonden fiche
De chronothermostaat is in staat te verifiëren of de sokkel verbonden is. In de veronderstelling dat dit niet zo is, worden de streepjes
gevisualiseerd, terwijl indien hij verbonden is, het opschrift rEL gevisualiseerd wordt.
Schaal van de temperaturen
Selecteert de schaal, graden Celsius (centigraden) of Fahrenheit, waarmee alle temperaturen gevisualiseerd zullen worden. Ingeval de
schaal Fahrenheit gebruikt wordt, kunnen de temperaturen schommelen tussen 0.0 en 99.9 °F.
Type van regeling
Selecteert de modaliteit van regeling van de temperatuur: met differentieel (Std) of proportioneel (ProP).
Deze parameter wordt alleen gebruikt voor de verwarming.
Thermische differentieel
Stelt de waarde van thermische differentieel in, te gebruiken wanneer de modaliteit van regeling van de temperatuur met differentieel wordt
gekozen. Wanneer men op een adequate manier de differentieel kiest, op basis van de thermische inertie van de installatie van verwarming,
voorkomt men voortdurende aan- en uitschakelingen. Men raadt de lage thermische differentieel (LO) aan voor installaties van verwarming
met radiators, de hoge (HI) voor installaties met Fan-Coil.
Band van regeling
Een geschikte waarde kiezen in functie van de thermische gradiënt van de installatie ( brede band voor hoge gradiënten
– smalle band voor lage gradiënten).
Periode van regeling
Stelt de tijdsduur van de cyclus van regeling in (periode van aanschakeling + periode van uitschakeling) wanneer de modaliteit van proportionele
regeling van de temperatuur wordt gekozen. 5 minuten kiezen voor installaties met lage inertie (type fan coil), 10 minuten voor installaties
met gemiddelde inertie (type radiators in aluminium), 20 minuten voor installaties met hoge inertie (type radiators in gietijzer).
Configuratie van de afzonderlijke sonde van temperatuur
Configuratie van de afzonderlijke sonde van temperatuur Het is mogelijk met de chronothermostaat een afzonderlijke sonde van
temperatuur te verbinden, waarvan de werking bepaald wordt door deze parameter.
Sonde uitgesloten (-): de waarde van temperatuur opgenomen door de sonde, ook indien verbonden, wordt niet gebruikt.
•
Sonde vloer (FLO): wanneer de temperatuur opgenomen door de sonde de waarde bereikt ingesteld in de parameter Limiet temperatuur
•
vloer wordt de installatie uitgeschakeld onafhankelijk van de temperatuur opgenomen door de chronothermostaat.
Sonde milieu (In): de regeling van de installatie is gebaseerd op de waarde van temperatuur opgenomen door de afzonderlijke sonde.
•
Deze temperatuur wordt gevisualiseerd op het display op de plaats van diegene opgenomen door de interne sonde van de chronothermostaat.
De afzonderlijke sonde milieu wordt gebruikt wanneer de chronothermostaat noodzakelijkerwijze in een ruimte geplaatst is die verschilt
van diegene waar men de temperatuur wenst te controleren.
Externe sonde (Out): beïnvloedt de regeling van de installatie niet en dient eenvoudig om een tweede temperatuur te kennen, bijvoorbeeld
•
de buitentemperatuur.
Limiet temperatuur vloer
Stelt de limietwaarde van temperatuur in afgelezen door de afzonderlijke sonde die de installatie uitschakelt wanneer de sonde vloer gebruikt
wordt (voor installaties met vloerverwarming).
Correctie van de kamertemperatuur
Staat toe een offset op te tellen bij/af te trekken van de waarde van temperatuur gemeten door de chronothermostaat.
Optimalisering
Berekent de vervroeging van aanschakeling noodzakelijk om de gewenste temperatuur op het bepaalde tijdstip te bereiken, waarbij de
thermische inertie van de installatie in acht moet genomen worden. De optimalisering gebeurt alleen bij de eerste aanschakeling van de
dag, d.w.z. op de eerste passage geprogrammeerd van een temperatuur naar een hogere.
Maximum tijdsduur van de optimalisering
Stelt de maximum tijdsduur uitgedrukt in uren in van de vooraanschakeling berekend door de optimalisering.
Anti-afslaan van de pomp
Schakelt de installatie gedurende 1 minuut per dag aan ( h 23,58), en laat hierbij de pomp van de watercirculatie draaien teneinde het afslaan
ervan te voorkomen. Dit gebeurt alleen indien tijdens de dag de installatie nooit werd aangeschakeld.
De inrichting Chronothermostaat L/N/NT4450 is conform de normen CEI EN 60730-1 en tweede gedeelten. BTicino S.p.A. behoudt zich het recht
voor alle technische en constructieve wijzigingen aan te brengen die ze nodig acht, zonder verplichting van voorafgaande kennisgeving.
INDEX
(toets 2) indrukken en ingedrukt houden gedurende ongeveer 4 seconden.
Opschrift : COn
Index: 1
Opschrift : CELS o FHAr
Index: 2
Opschrift : Std o ProP
Index: 3
Opschrift : DIFF
Index: 3A
Opschrift : bAnd
Index: 3A
Opschrift : PEr
Index: 3B
Opschrift : SEct
Index: 4
Opschrift : tFLO
Index: 4A
Opschrift : Corr
Index: 5
Opschrift : OPt
Index: 6
Opschrift : OPtH
Index: 6A
Opschrift : Pu
Index: 7
7
1
2
3
4
5
6
3