NL
Voor gebruik
Montage
Het bevestigen van de schouderband
• Bevestig de schouderband (10) op de bevestigingspunten (5) op de
motoreenheid (9)
Het bevestigen van de luchtslang
• Druk de luchtslang (8) op de luchtuitlaat (7) op de motoreenheid (9) en de
luchtvolume verstelschroef (3) van het spuitpistool (2)
• Zorg ervoor dat de luchtslang goed vast zit
Voorbereiding van de werkomgeving
• Bedek alle oppervlakken en voorwerpen die niet gespoten mogen worden, of
neem deze uit de werkomgeving
• Silicaatverf bijt in op glazen en keramische oppervlakken. Bij het gebruik van
silicaatverf horen alle oppervlakken bedekt te worden
Verf voorbereiding
WAARSCHUWING: De machine is niet geschikt voor structuurverf, latexverf,
bijtende stoffen, zuurhoudende stoffen of verf/stoffen met korrels of vaste stoffen
• De meeste verf en andere coatings horen voor gebruik met het spuitpistool (2)
verdunt te worden
1. Roer de verf grondig en dompel de viscositeit testbeker (11) volledig in
de verf
2. Til de beker uit de verf en meet hoe lang het duurt voordat al het vloeistof uit
de beker is gelopen. Haal de testbeker uit de verf en kijk hoeveel seconden
het duurt voordat de vloeistof volledig uit de cup gelopen is.
3. Zie ook de viscositeitstabel voor de gewenste vloeitijden. Als de verf te
langzaam droogt, moet hij verdund worden.
Let op: Bij het mengen van kleuren schijft u de kleurverhouding op, zodat
opeenvolgende mengsels gelijk zijn aan het eerste mengsel
• Verdun de verf in een aparte container met een geschikte verdunner of water
totdat het materiaal de gewenste vloeitijd behaalt.
• Meng telkens een klein beetje verf.
• Controleer altijd de viscositeit opnieuw voordat u het spuitpistool opnieuw vult.
• Als de toevoersnelheid van de verf zelfs in de maximale stroominstelling te laag
is, verdun de verf dan in stappen van 5-10% totdat de toevoersnelheid aan de
eisen voldoet.
Viscositeit tabel
Doorlooptijd
Verf op waterbasis*
Primer op waterbasis
Vernis op waterbasis
Primer op oliebasis
Vernis op oliebasis
Houtpreservering, strippers, oliën
Desinfecteermiddelen,
plantbescherming
Autospuitverf
Let op: De maximale viscositeit van de verf is 50 din/sec. De aangeraden
viscositeit is 40 din/sec, als afgebeeld in de tabel
36
Verf vloeitijd (sec)
20 - 40
25 – 40
20 – 35
25 – 40
15 – 40
Onverdund gebruiken
Onverdund gebruiken
20 – 35
Gebruik
*Zie ook de instructies van de verffabrikant
Het voorbereiden van de verfcontainer
1. Schroef de verfcontainer (12) los van het verfpistool (2).
2. Zet de toevoerslang als volgt in de container:
Voor horizontaal spuiten (bijv. muren): draai de toevoerslang zodat deze naar
het te spuiten oppervlak wijst
Voor het spuiten boven uw hoofd (bijv. plafonds): draai de toevoerslang zodat
deze niet naar het te spuiten oppervlak wijst
3. Vul de verfcontainer met de te spuiten verf:
Plaats de container op een vlakke ondergrond. Roer de voorbereide verf
goed door elkaar. Vul de container voorzichtig tot een maximale capaciteit
van 700 ml
4. Schroef de verfcontainer weer stevig op het verfpistool vast
Het aanpassen van het spuitpatroon
De machine is voorzien van drie instellingen voor verschillende spuitpatronen:
• Verticale platte straal (A) voor het spuiten op verticale oppervlakken (bijv. muren)
• Horizontale platte straal (B) voor het spuiten op horizontale oppervlakken (bijv.
plafonds)
• Ronde straal (C) voor het spuiten in hoeken, randen en moeilijk bereikbare
plekken
Fig. A - Spuitpatroonregelaars (15) horizontaal en omhoog
Fig. A - Spuitpatroonregelaars (15) Verticaal en omhoog
Fig. C - Spuitpatroonregelaars (15) plat met de lucht kap (14) in horizontale of
verticale positie
WAARSCHUWING: Trek nooit aan de trekker (13) wanneer u het spuitpatroon aan
het veranderen bent
1. Schroef de wartelmoer (1) iets los
2. Draai de lucht kap (14) in de vereiste positie
3. Zet de spuitpatroonregelaars (15) op de lucht kap in de gewenste positie. (Zie
instellingen hierboven).
4. Draai de wartelmoer (1) vast
BELANGRIJK: De spuitpatroonregelaars kunnen enkel tussen 0-45° draaien
Voorbereiding voor spuiten
• Steek de stekker in het stopcontact
• Plaats het verfpistool in de houder op de motoreenheid (9)
• Til de machine op en plaats de riem over uw schouder. Stel de riem af zodat
deze comfortabel zit
• Haal het verfpistool uit de houder en controleer of u alle te spuiten plekken
gemakkelijk kunt bereiken
Het inschakelen van de machine
• Zet de aan-/uitschakelaar (6) in de ON-positie
• Om de stroom uit te zetten, zet u de aan-/uitschakelaar in de OFF-positie en
haalt u de stekker uit het stopcontact
De toevoersnelheid aanpassen
• Met de volumeregelaar (3) kunt u de toevoersnelheid (d.w.z. het volume) van
het materiaal regelen
• Draai de regelaar linksom om de toevoersnelheid te verlagen
• Draai de regelaar rechtsom om de toevoersnelheid te verhogen
NB: Voor de meeste muurverf geeft de gemiddelde stroominstelling de beste
resultaten.
Spuittechniek
• Test het spuitpistool (2) op een stuk karton of iets dergelijks om de juiste
toevoersnelheid te bepalen
• Knijp de trekker (13) in om met spuiten te beginnen. Laat de trekker los om te
stoppen met spuiten
• Begin aan de rand van het te spuiten oppervlak
• Houd het spuitpistool zodanig dat de lucht kap op ongeveer 250 tot 300 mm
afstand is van het te spuiten oppervlak, afhankelijk van de gewenste breedte
van de spuitstraal
• Begin met de spuitbeweging voordat u de trekker inknijpt
Let op: De spuitbeweging dient vanuit de arm te komen en niet alleen vanuit de
pols. Zo krijgt u een uniforme afstand tussen het spuitpistool en het te spuiten
oppervlak
Let op: Door een ongelijke afstand tussen het spuitpistool en het oppervlak wordt
de verf ongelijk aangebracht
• Beweeg het spuitpistool gelijkmatig over het oppervlak en vermijd
onderbrekingen. Zie Fig. A