veiligheidsvlotter die de zuigmotor uitschakelt als het
niveau van het vuil water te hoog zou komen.
Als men een lek van water of schuim onderaan de
tanks merkt, moet men onmiddelijk de zuigmotor
uitschakelen en de vuilwatert ank leegmaken.
Tank leegmaken:
De machine tot aan de gepaste plaats voor het lossen
van de vloiestof voeren, bij voorkeur in de nabijheid
van een WC of een rioolafvoer (in het respekt van de
nationale milieuwetgeving).
De machine uitschakelen en de sleutel van het paneel
wegnemen.
De uitlaatslang van de haak nemen en verticaal houden
om de schroefdop te openen.
De uitlaatslang naar de geselecteerde afvoer richten.
Het leegmaken kan in elk moment onderbroken worden
door de slang opnieuw verticaal naar boven te draaien.
Als er vuil aan de binnenkant van de tank blijft, kan het
door de inspectie-opening afgespoeld worden, door
het deksel en de trechter op te heffen.
Achter elke controle/afspoeling, de trechter correct in
de inspectie-opening zetten en het bovendeksel sluiten
door de drie sluitingsknoppen te draaien.
De uitlaatslang goed sleuten door de schroefdop te
draaien en aan de steun aan de achterkant van de
machine vasthaken.
Het bovendeksel van de t ank en de schroefdop
van de uitlaatslang moeten perfekt dichtgesloten zijn,
zonder lucht door te laten, om een drukteverlies te
vermijden, die een gebrekkige afdrooging kan
veroorzaken.
7.6 ZETEL REGELEN
Voor het regelen van de zetel, eerst controleren dat de
machine uitgeschakeld is en dat de sleutel van het
paneel weggenomen werd.
De positie van de zetel kan eventueel veranderd
worden.Om de positie van de zetel te veranderen, de
blokkeringshendel losmaken en de zetel in de juiste
positie verzetten.
Op het einde van de regeling moet het blokkeringshendel
goed geblokkeerd worden.
Controleren dat de zetel st abiel en goed vast zit.
7.7 MACHINE BESTUREN
De rijrichting kiezen met het hendel vooruit/achteruit.
De startsleutel insteken en draaien.
De parkeerrem loslaten.
Zacht drukken op het versnellingspedaal en de machine
tot aan de bestemming besturen.
Als men de bestemming bereikt heef
versnellingspedaal loslaten en de p arkeerrem
inschakelen, door met het linker pedaal te remmen en
aan de blokkeringshendel te trekken.
De machine uitschakelen en de sleutel uit het paneel
halen.
Ook tijdens het rijden kan men de rijrichting met de
vooruit/achteruit hendel veranderen.
7.8 WERKWIJZE
7.8.1 VOORBEREIDING EN W AARSCHUWINGEN
De oppervlakte die gereinigd moet worden, moet vrij
94
gemaakt worden van alle mogelijke vaste stof of grof
vuil, door middel van een stofzuiger of veegmachine.
Zonder deze voorbereiding, kan het grof vuil een correcte
afzuiging verhinderen en de goede werking van de
zuigmond compromitteren.
Deze machine mag uitsluitend door opgeleid personeel
bestuurd worden.
7.8.2 BEDIENINGEN
- Startsleutel voor het in- en uit schakelen van de
machine
- Rijrichting hendel, voor vooruit- en achteruit
beweging
- Snelheidsregelaar om de maximale snelheid te
kiezen bij compleet geduwde pedaal
- Borstel schakelaar, om de borstelmotor aan te
steken
- Keuzeschakelaar voor het opheffen (tijdens de
rust) en het neerlaten (tijdens het werk) van de
borstelgroep
- Afzuigingsschakelaar, om de zuigmotor aan te
steken
- Keuzeschakelaar voor het ophef fen (tijdens de
rust) en het neerlaten (tijdens het werk) van de
zuigmond
- Noodschakelaar, om alle werkoperatie' s te
onderbreken/hervatten
- Pedaal rechts voor het vooruitgaan van de
machine
- Pedaal links (rem) om de beweging van de
machine te stoppen
- Hendel distributie reinigingsoplossing (hoog-
o p e n / l a a g - g e s l o t e n ) v o o r d e g e w e n s t e
hoeveelheid reinigingsmiddel op de vloer
- Controle lading batterij, de reeks lichtjes gaat
progressief uit, tot aan de totale ontlading van de
batterij. Bij het aansteken van het rood lichtje, de
borstelmotor uitschakelen, distributie
reinigingsmiddel onderbreken, het eventueel
resterende vocht afdrogen en naar de laadplaats
rijden, om de batterij te herladen. Zonder het
uitvoeren van deze actie' s, zal de machine de
borstelmotor automatisch uitschakelen en alleen
het verplaatsen van de machine zal nog mogelijk
zijn. Als men niet snel zorgt voor het stopzetten
van de machine, zullen alle functie's automatisch
onderbroken worden, met gevolg dat de machine
enkel nog manueel verzet zal kunnen worden.
-
De batterijen kunnen onherroepelijk beschadigd
worden als het resterende ladingsniveau te laag
wordt (z. gebruiksaanwijzing batterij). Het
ontladingsniveau mag niet boven het
t, het
veiligheidsniveau geforceerd worden, door het
aan- en uit schakelen van de sleutel of in geen
enkele andere wijze.
-
Als men in een afwijkende situatie twijfelt,
zoals b.v. laag vermogen van de machine, zonder
dat de veiligheidsonderbrekingen ingeschakeld
werden, onmiddelijk de machine stopzetten:
De paragraaf "Troubleshooting" volgen en contact
opnemen met een gespecializeerde techniker om
de toestellen van de controle lading te laten nakijken.