Aanloop
Overbelast de generator de eerste 20
bedrijfsuren niet en controleer regelmatig de
olie. Vervang de olie wanneer dit nodig is.
Voorbereidingen voor het opstart-
en
Denk eraan dat u de generator met olie vult
voordat u deze gebruikt!
Controleer het oliepeil zoals beschreven in
het gedeelte Het oliepeil controleren.
Controleer het benzine op de
brandstofmeter (3). Vul de benzine indien
nodig bij.
Controleer of de brandstofdop (2) goed is
gesloten nadat u de benzine hebt bijgevuld.
Controleer of er geen elektrische apparaten
zijn aangesloten op te stroomuitgangen (5
en 6) van de generator.
De motor starten en stoppen
De motor starten
Draai de benzinekraan (16) naar de stand ON
(AAN).
86
br
cl
Zet de gasklep (20) in de stand OFF (UIT) om
het benzinemengsel rijker te maken indien
de motor koud is. Zet de gasklep in de stand
ON (AAN) als de motor warm is.
bn
Zet de hoofdschakelaar (12) in de stand ON
(AAN).
Trek de handgreep voor de startmotor (15)
helemaal naar buiten tot de motor draait.
Herhaal deze stap als de motor de eerste
keer niet start.
Zet de gasklep (20) in de stand ON (AAN)
zodra de motor warm is.
Zorg dat de handgreep voor de startmotor
niet terugslaat op de generator. Laat de kabel
zich langzaam oprollen.
Trek nooit aan de handgreep voor de
startmotor wanneer de motor draait.
Hierdoor kan de motor beschadigd raken.
Zet de schakelaars (6, 8) naar de stand
ON (AAN) om de stroomuitgangen in te
schakelen.