De sterkte van het Wi-Fi-signaal
controleren (ontvangstgevoeligheid)
Blijf terwijl het toestel verbonden is via Wi-Fi
(het LINK-lampje licht groen op) de
NETWORK-knop aanraken tot u een pieptoon
hoort.
5
4
3
2
1
0
Signaalsterkte
Aantal knipperende lampjes
De functieknoppen op het bovenpaneel van het
toestel beginnen te knipperen. De
signaalsterkte wordt aangegeven door het
aantal knipperende lampjes. Het knipperen
stopt als u op een willekeurige knop drukt.
Probeer het volgende om een betere
signaalsterkte te verkrijgen:
ˋ Wijzig de richting van de draadloze
LAN-antenne.
ˋ Schakel andere draadloze apparaten uit.
De BLUETOOTH-/netwerkstand-byfunctie
gebruiken
Als de BLUETOOTH-/netwerkstand-byfunctie
geactiveerd is, wordt het toestel automatisch
ingeschakeld als u een BLUETOOTH- of
netwerkapparaat bedient, zelfs als het toestel
uitgeschakeld is. Het toestel start sneller op dan
normaal.
Zorg ervoor dat het toestel ingeschakeld is.
Blijf de / (aan/stand-by)-knop aanraken
tot deze oranje oplicht.
Het toestel wordt uitgeschakeld en schakelt
over naar de BLUETOOTH-/netwerkstand-
bystand.
Als u een BLUETOOTH- of netwerkapparaat
bedient, wordt het toestel automatisch
ingeschakeld en wordt er verbinding gemaakt.
Het toestel initialiseren
Initialiseer het toestel als het probleem niet
opgelost is na het uitvoeren van deze
maatregelen of als de instellingen niet lukken.
Zorg ervoor dat het toestel ingeschakeld is.
Blijf de knop VOL (volume) – en de / (aan/
stand-by)-knop tegelijk langer dan 5
seconden aanraken.
Het toestel wordt uitgeschakeld. De
fabrieksinstellingen worden hersteld en alle
BLUETOOTH-koppelingsinformatie en
netwerkinstellingen worden gereset.
23
NL