1.3. Veiligheidsaanwijzingen voor accu / laadtoestel
• Uitsluitend het bij het werktuig geleverde laadtoestel of een in de catalogus of in deze handleiding rechtstreeks vermeld vervangtoestel gebrui-
ken.
• Het laadtoestel niet demonteren of gebruiken, nadat het een hevige schok heeft gekregen, naar beneden is gevallen of op andere wijze werd
beschadigd.
• Het accupak niet opladen in vochtige of natte omgeving. Het laadtoestel niet aan regen of sneeuw blootstellen. Wanneer de behuizing van het
accupak barsten of andere schade vertoont, het accupak niet in het laadtoestel plaatsen.
• Het accupak enkel laden bij temperaturen tussen 0 °C en 40 °C. Apparaat en accupak moeten op een plaats worden bewaard, waar de
temperatuur niet hoger dan 40 °C kan stijgen of lager dan 0 °C kan dalen.
• Bij beschadiging en bij extreme gebruiksvoorwaarden en temperaturen kunnen de cellen in het accupak uitlekken. Bij contact met de huid, de
vloeistof onmiddellijk met water en zeep afspoelen, daarna de betroffen plaatsen met citroensap of azijn behandelen. Wanneer vloeistof in de
ogen terecht komt, de ogen minstens gedurende 10 minuten met zuiver water spoelen en onmiddellijk een arts raadplegen.
• Het laadtoestel tijdens het laden op een vlak, onbrandbaar oppervlak op een veilige afstand van brandbare stoffen plaatsen.
1.4. Afvoeren van het accupak
• Niet proberen het accupak te demonteren of aan de contacten uitstekende onderdelen uit te trekken.
• Op het einde van de levensduur, het accupak niet wegwerpen, maar naar een gepaste inzamelplaats brengen en volgens de voorschriften
afvoeren.
2. BEDIENINGSAANWIJZING
2.1. Aan/Uit-schakelaar "C" (diagram)
• Schakel het werktuig in en schuif de hendel op het gewenste toerentalbereik.
• Toerentallen van 5.000 tot 35.000 o/min
2.2. Monteren van accessoires (diagram)
• Om los te draaien drukt u de as-blokkeerknop in en houdt u deze ingedrukt. Draai dan de wartelmoer "A" (of de boorhouder) met de hand
rond, tot de as vergrendeld wordt en deze niet meer verder kan worden gedraaid. Gebruik eventueel een schroefsleutel „E", om de wartelmoer
„A" los te draaien.
• Schuif het betreffende hulpstuk zo ver mogelijk in de spantang „B" (of in de boorhouder), om niet gelijkmatig ronddraaien en onbalans tot een
minimum te beperken.
• Houd de asvergrendelingknop „D" ingedrukt en draai de wartelmoer "A" (of de boorhouder) met de hand vast, tot de schacht van het hulpstuk
door de spantang „B" wordt vergrendeld. Gebruik eventueel de schroefsleutel "E", om de wartelmoer „A" vast te draaien.
• De wartelmoer "A" niet te vast aantrekken.
• Daarna wordt de aluminium beschermkap opgeschroefd. De slijpsteen mag niet over de aluminium beschermkap uitsteken. Wanneer dit toch
gebeurt, moet de slijpsteen terug los gedraaid worden en de slijpstift verder in het apparaat worden gestoken en opnieuw vergrendeld worden.
2.3. Reiniging en onderhoud
De slijpsteen moet na ieder gebruik worden gereinigd. Slijpsteen en aluminium kap worden met een harde borstel en water of azijn zuiver
gemaakt. Voor een grondige reiniging van beide delen kan ook een in de handel verkrijgbare koudreiniger worden gebruikt. Laat na het reinigen
een druppel olie in de houder van de slijpkop druppelen.
AANWIJZING
De slijpstift niet tegen de tanden drukken. Hierdoor wordt de slijpfunctie gereduceerd en wordt de slijpkop onnodig belast. De
tand enkel aan de punt afslijpen, zodat de scherpe randen verdwijnen.
2.4. Apparaat opladen
• Het apparaat is met een verwijderbaar accupak uitgerust, dat bij levering niet volledig geladen is. Vóór het eerste gebruik moet het accupak
worden geladen. Het beste resultaat wordt verkregen, wanneer het eerste laadproces gedurende een nacht wordt uitgevoerd.
2.5. Laden van het accupak (zie afbeelding)
• Schakelaar „C" in stand „OFF" zetten.
• Ontgrendelingslippen „I" aan beide zijden van het accupak „H" samendrukken en accupak „H" langs achter uit het werktuig trekken, zoals
getoond op pagina 2.
• Markeringen „F2" op het accupak en de overeenstemmende markeringen „F3" op het laadtoestel met elkaar uitlijnen en accupak „H" in
laadtoestel „G" plaatsen.
• Laadtoestel „G" op de netspanning aansluiten. De groene LED-indicatie begint te branden en geeft aan, dat de aansluiting tot stand is ge-
bracht en het accupak "H" wordt geladen. Bij normaal gebruik heeft het accupak "H" drie uur nodig om de volle laadcapaciteit te bereiken. •
Na voltooiing van het laadproces, het accupak „H" uit het laadtoestel halen.
• Markeringen „F2" op het accupak en de markeringen „F1" op de behuizing van het werktuig met elkaar uitlijnen. Ontgrendelingslippen "I"
samendrukken, accupak "H" langs achter in het werktuig schuiven en de lippen "T" loslaten, zodat het accupak wordt vergrendeld.
21