CONDENSAAT OPVANG BAK
De COADIS cassette is voorzien van een hellende
condensaat bak in kunststof, waarin geen water
blijft stagneren , voorzien van een uitlaat en een
stop (fig. 8) Het condenswater wordt afgevoerd via
de uitlaat aansluiting diam. 15, 16 of 28 mm. Een 4°
aansluiting 22 mm is voorzien. De aansluiting kan
vooraan of achteraan door wisseling der stukken
(fig.8d) . Bij condens afvoer naar achterkant toestel
zal deze voor het elektrisch bord komen (fig.6),
enkel de 2 bovenste schroeven worden dan
gebruikt op elektrisch bord. (fig.8a).
De condens afvoer kan individueel per toestel
gebeuren of op een hoofdleiding gezamenlijk.
Gebruik een doorschijnende of vaste leiding met
een daling van 1 cm/m, constant over het volledig
traject. Voorzie een hevel van min. 5 cm om
reukhinder te voorkomen.
CONDENSAAT POMP
De COADIS cassette kan uitgerust worden met een
pomp. Technische gegevens pomp: 10 W debiet 8
l/h, opvoerhoogte 6m. Indien deze los wordt
geleverd (fig.9) als volgt monteren: gebruik de 2
rubberen stukken (fig.9a) voor bevestiging pomp op
toestel, sluit de vlotter aan op de condens afvoer
(fig.9b). Sluit de pomp aan op de afvoer via een
doorschijnende plastiek buis diam. 6 mm ( niet
geleverd). Deze leiding niet bevestigen op toestel.
Elektrisch verbinden pomp volgens bijgeleverd
schema
MONTAGE VERSE LUCHT NAME MET OF
ZONDER DEBIET REGELAAR (FIG.7)
7a verwijder de voorgeponste plaat.
7b De isolatie wegsnijden in de vrijgekomen
opening.
7c Bevestig de verse lucht name met of zonder
debiet regelaar met de 4 geleverde schroeven.
7d Verwijder eventueel de blokkeer ringen om een
vooropgesteld debiet te bekomen volgens schema
op toestel.
7e 2 blokkeer ringen voor min debiet,1 ring voor
gemiddeld debiet, geen ringen voor max debiet.
Om een juist luchtdebiet te bekomen dient de
voordruk zich tussen 50 & 100 pa te bevinden.
Gelieve de aanduiding ONDER op regelaar
respecteren.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Vooraleer de elektrische aansluiting uit te voeren
zich ervan vergewissen dat deze overeen stemt
met de aangegeven spanning (230/1/50Hz). De
aansluiting dient te gebeuren volgens de geldende
normen. De verbinding met aarde is verplichtend.
Onze verantwoordelijkheid
worden bij slechte of niet aansluiten der aarding.
Steeds elektrisch schema volgen. Voor standaard
aansluitingen algemene schema's toepassen :
- bekabeling bij toestel 2 pijps of 4 pijps. (fig. 14)
- bekabeling toestel 2 pijps met elektrische
batterij 1 of 2 weerstanden. (fig. 15)
CIAT beveelt een regeling op waterdebiet aan (via
2 of 4 wegkraan) en elektrische batterij.
OPGELET: De motor aansluiting via draden
ZWART, BLOUW EN ROOD NOOIT ONDERLING
VERBINDEN (klem 2,3 en 4). Om de klemmen te
bereiken, de 2 schroeven lossen zonder deze te
verwijderen en deksel oplichten. (fig.8a)
Wijziging elektrische aansluiting motor:
Toestel is uitgerust met motor 7 snelheden waarvan
3 bekabeld. - Verwijder aanzuigrooster en filter (zie
onderhoud filter) – Om elektrische verbinding op
motor te wijzigen volstaat een kleine vlakke
schroeven draaier. Na afschakelen der spanning
(fig. 13) Schroeven draaier in sleuf der te wijzigen
draad aanbrengen , draad verwijderen en inclipsen
in gekozen snelheid.
Algemene gegevens aangaande veiligheid:
Koppeling der ventilator : elektrische batterij 1 of 2
weerstanden dient steeds geschakeld te worden
met de ventilator, afschakelen der ventilator dient
samen met batterij te gebeuren.
Bescherming tegen oververhitting:
beschikt over een veiligheid thermostaat met
manuele herwapening (fig.16a) Deze is toegankelijk
via vals plafond. Alvorens deze te herwapenen
dient men de oorzaak van uitschakeling op te
zoeken. Volgende oorzaken kunnen hiervoor in
aanmerking komen
- Onder spanning zonder ventilator werking
- Vervuilde luchtfilter
- Regeling stopt gelijktijdig ventilator en batterij.
te
11
kan niet ingeroepen
De batterij