4
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Let op!
- Een verkeerde aansluiting kan storingen of gevaarlijke situaties veroorzaken.
- De in deze handleiding aangegeven aansluitingen dienen nauwgezet te worden
aangehouden.
- In het voedingsnet van het product moet een inrichting voor afkoppeling van het
net worden geïnstalleerd die een dusdanige openingsafstand tussen de contacten
heeft dat volledige afkoppeling in de condities van overspanningcategorie III moge-
lijk is, in overeenstemming met de installatievoorschriften (deze afkoppelinrichting
wordt niet bij het product geleverd).
Baseer u voor de elektrische aansluitingen op het schakelschema van afb. 3. Het is
mogelijk om meerdere motoren te bedienen met een enkel bedieningspaneel, door
deze motoren"parallel" aan te sluiten. De elektriciteitskabel van de motor bevat 4
geleiders:
Kabel
Kleur
Aansluiting
1
Bruin
Elektrische stijg-/daalfase
2
Zwart
Elektrische daal-/stijgfase
3
Blauw
Gemeenschappelijk (meestal verbonden met Neutraal)
Aarde equipotentiaal-veiligheidsaansluiting). Kabel niet aan-
4
Geel-groen
wezig bij motoren van de serie "E Star SA".
• Koppeling van de bewegingen Omhoog en Omlaag aan de
respectievelijke bedieningsknoppen
Wanneer de afsluitingen tot stand zijn gebracht, een aantal manoeuvres laten uitvoe-
ren om te controleren of de bewegingen omhoog en omlaag correct aan de betref-
fende bedieningsknoppen zijn gekoppeld. Als dit niet zo is, dient u de aansluiting
tussen de Bruine en Zwarte geleiders om te draaien.
5
PROGRAMMERING
5.1 - Aanbevelingen bij het programmeren
• Algemeen
- U dient zich strikt aan de in de procedure aangegeven tijdslimieten te houden.
- De posities 0, 1 van het rolluik, die in de tekst genoemd worden, komen overeen
met de posities die getoond zijn op afb. 5.
- gedurende de installatie- en afstelwerkzaamheden, wanneer er nog geen definitie-
ve elektrische aansluitingen zijn, kan de buismotor bestuurd worden met de hier-
voor bestemde eenheid TTU van Nice (afb. 2).
6
PROCEDURES
6.1 - Programmeren van de eindaanslagen "0" en "1" in AUTOMATISCHE modus
01. Houd de toets voor de beweging Omhoog (of Omlaag) ingedrukt om het rolluik halverwege zijn traject te zetten.
02. Houd de toets Omhoog ingedrukt totdat het rolluik stopt omdat het tegen de eindaanslag ("0") aankomt; laat de toets vervolgens weer los.
03. Houd de toets Omlaag ingedrukt totdat het rolluik stopt omdat het tegen de eindaanslag ("1") aankomt; laat de toets vervolgens weer los.
01
02
3 – Nederlands
5
5.2 - Aanbevelingen voor het programmeren
De eindaanslagen "0" en "1" (afb. 5) zijn de basisposities die het rolluik bereikt na
afloop van de beweging Omhoog ("0") of na afloop van de beweging Omlaag ("1").
De programmering van deze posities kan op verschillende manieren gebeuren: bij
de keuze van de juiste procedure moet rekening houden met de aanwezigheid of
afwezigheid, op het rolluik, van veiligheidsdoppen die de eindaanslag van de bewe-
ging Omhoog stabiliseren en daarmee van de maximale openingsstand van het rol-
luik, en/of de anti-inbraakveren, die verhinderen dat het rolluik met de hand omhoog
wordt gebracht wanneer dit volledig gesloten is. De beschikbare procedures zijn:
Automatisch (paragraaf 6.1): ideaal
voor rolluiken met veiligheidsdoppenen
en met anti-inbraakveren.
Handmatig (paragraaf 6.2): ideaal voor
rolluiken zonder veiligheidsdoppen en
zonder anti-inbraakveren.
Semiautomatisch (paragraaf 6.3):
ideaal voor rolluiken met veiligheids-
doppen maar zonder anti-inbraakve-
ren, of omgekeerd.
Waarschuwing – U kunt slechts één van deze drie procedures uitvoeren. Als de
eindaanslagen al in het geheugen zijn opgeslagen en men ze opnieuw wil opslaan,
dient eerst het geheugen van Era Star A te worden gewist, volg hiervoor de proce-
dure 6.5.
5.3 - Aanbeveling voor de functie "obstakeldetectie"
De in hoofdstuk 2 beschreven functie "obstakeldetectie" wordt automatisch geacti-
veerd wanneer de programmering van de eindaanslagen wordt uitgevoerd volgens
één van de beschikbare procedures.
Hierna is het mogelijk de gevoeligheid voor obstakels in te stellen, d.w.z. de kracht
die de motor aan het obstakel moet bieden om het rolluik vrij te maken. Gebruik voor
de instelling procedure 6.4.
Als het rolluik vaak door de functie voor obstakeldetectie wordt geblokkeerd, zon-
der dat hiervoor een duidelijke reden bestaat (aanwezigheid van een vast obstakel),
wordt aanbevolen de functie te deactiveren met behulp van de procedure B - "Se-
cundaire procedure" die is beschreven in paragraaf 6.2.
Let op! - Deze programmering is geschikt voor rolluiken met veiligheidsdoppen en
anti-inbraakveren.
03
"0"
van de eindaanslagen
"1"
+