–
Maateenheid van de indicatie = meter (m)
Apparaat uitschakelen:
n Houd de aan/uit-toets (9) gedurende ca.
2 seconden ingedrukt. Het display gaat
uit.
0IX ST
r
,IX KIVIIHWGLET [SVHX RE QMRYXIR
EYXSQEXMWGL YMXKIWGLEOIPH
r
2E LIX YMXWGLEOIPIR ^MNR EPPI STKIWPEKIR
QIIX[EEVHIR ZIV[MNHIVH
Referentiepunt omschakelen
Het referentiepunt is het uitgangspunt bij het
meten van afstanden. U kunt uit de volgende
referentiepunten kiezen:
–
onderzijde gereedschap
–
bovenzijde gereedschap
Het referentiepunt omschakelen:
n Schakel het apparaat in.
n Druk op de omschakeltoets voor het
referentiepunt (8).
62
In het display (2) wordt het symbool voor
het referentiepunt aan de voorzijde
weergegeven.
Maateenheid van de indicatie
omschakelen
Na de meting kan door meermaals indrukken
van de omschakeltoets (10) de maateenheid
van de aangegeven meetwaarde (voorbeeld:
afstand = 1.000 m) in de onderstaande
volgorde worden weergegeven:
Afstand
1.
1.000 m
2.
1000 mm
3.
7
3' 3
"
/
16
4.
3.281 ft
De volgende meting vindt plaats met de laatst
gekozen maateenheid.
Afstanden meten
:SSV^MGLXMK
6MGLX HI PEWIVWXVEEP RMIX ST TIVWSRIR SJ HMIVIR
/MNO RMIX MR HI PEWIVWXVEEP /MNO RSSMX VIGLXW
XVIIOW SJ QIX STXMWGLI MRWXVYQIRXIR MR HI
PEWIVWXVEEP
n Schakel het apparaat in.
n Druk eenmaal op de meettoets (6).
n Richt de laserpunt op het gewenste doel.
Gebruik indien nodig de libel (1) voor het
afstellen van het gereedschap.
n Druk nog eenmaal op de meettoets (6)
om de meting uit te voeren.
Gebruiksaanwijzing
Opper-
Volume
vlakte
m²
m³
m²
m³
ft²
ft³
ft²
ft³
In het display (2)
wordt boven het
referentiesymbool
het laser-
straalsymbool
weergegeven.