3.4 LED's
Groene LED: aan of knipperend w anneer de accu is aangesloten
Aan: een van de tw ee conventionele algoritmen
Knipperend: BatteryLife algoritme
Gele LED: geeft laadsequentie aan
Uit: geen stroom van PV installatie (of PV installatie omgepoold aangesloten)
Snel knipperend: bulk laden (accu gedeeltelijk geladen)
Traag knipperend: absorptieladen (accu tot 80% of meer geladen)
Aan: float-laden (accu volledig geladen)
3.5 Kabelaansluitingsvolgorde (zie afbeelding 3)
Ten eerste: sluit de kabels aan op de belasting maar zorg ervoor dat alle belastingen
zijn uitgeschakeld.
Ten tw eede: sluit de accu aan (hierdoor kan de controller de systeemspanning
herkennen).
Ten derde: sluit het zonnepaneel aan (in het geval van omgepoolde aansluiting w armt
de controller op maar w ordt de accu niet geladen).
Het systeem is nu klaar voor gebruik.
3.6 Een om vormer aansluiten
De belastingsuitgang kan w orden gebruikt om DC-belastingen te voeden en gelijktijdig
een omvormer te bedienen.
De omvormermodellen Phoenix 12/800, 24/800, 12/1200 en 24/1200 van Victron kunnen
w orden bediend door de rechter aansluiting van de afstandsbediening van de omvormer
rechtstreeks op de belastingsuitgang van de zonnelader aan te sluiten (zie afbeelding 4 aan
het eind van deze handleiding).
De brug tussen links en rechts moet w orden verwijderd.
Voor de Victron-omvormermodellen Phoenix 12/180, 24/180, 12/350, 24/350, de Phoenix C-
omvormermodellen en de MultiPlus C-modellen is een interfacekabel nodig: de inverting
remote on-off cable, artikelnummer ASS030550100, zie afbeelding 5 aan het einde van
deze handleiding.
5