by johnson controls
Storingen oplossen
Als de airconditioning niet goed werkt, dient u eerst de volgende punten na te lopen.
NOTE: Als de storing aanhoudt, nadat u deze punten gecontroleerd heeft, stelt u zich dan in verbinding met de dichtstbijzijnde
Technische
Dienst.
Probleem
Het toestel werkt niet.
Het toestel stopt nadat het gestart is.
Het toestel koelt niet voldoende.
Het toestel verwarmt niet voldoende.
De binnenventilator werkt niet in de verwarmingsfunctie.
Onderhoud
Dagelijks onderhoud
1. Reinig het luchtfilter.
2. Verwijder het filter niet zonder het schoon
te maken.
3. Het filter moet regelmatig gereinigd
worden als het toestel in ongunstige
omstandigheden
werkt
wordt om de twee weken).
NOTE: Gelieve de volgende punten te
controleren alvorens het toestel schoon
te maken.
1. Schakel
de
stroomvoorziening
alvorens het toestel aan te raken.
2. Zet het toestel uit alvorens het schoon
te maken om elektrische schokken te
voorkomen.
3. Giet geen water direct op het toestel,
omdat dit tot elektrische schokken kan
leiden.
4. Controleer
of
de
installatie
bevestigd is.
58
Onderhoud aan het begin van
het seizoen
1. Controleer of de luchtinlaten en –uitlaten
verstopt zijn.
2. Controleer of het toestel correct geaard
is.
3. Controleer
geplaatst is.
(aanbevolen
4. Controleer
LDCscherm van de bedieningseenheid
op de wand verschijnen, nadat het
toestel ingeschakeld is.
NOTE: ziet u iets wat niet klopt, stelt u
zich dan met de Technische Dienst in
uit
verbinding.
stevig
Oorzaak
- Er is geen stroomtoevoer.
- De hoofdschakelaar staat uit.
- De voedingsspanning is niet voldoende.
- START/STOP staat in stop.
- Storing in het regelsysteem.
- Er bevindt zich een voorwerp voor de condensing-unit.
- Abnormale werking van het regelcircuit.
- De buitentemperatuur is hoger dan 43°C in de koelfunctie.
- Het luchtfilter is vuil.
- Er zijn te veel warmtebronnen in het vertrek.
- Er staan deuren of ramen open.
- De luchtinlaat of -uitlaat wordt afgedekt.
- De ingestelde temperatuur is te hoog.
- Koelmiddellek.
- Storing in de temperatuursensor.
- Het luchtfilter is vuil.
- Er staan deuren of ramen open.
- De luchtinlaat of -uitlaat wordt afgedekt.
- De ingestelde temperatuur is te hoog.
- Koelmiddellek.
- De buitentemperatuur is lager dan -5°C.
- Abnormale werking van het regelcircuit.
- Leidingsensor staat in verkeerde stand.
- Leidingsensor uitgeschakeld.
- Kapot snoer van de leidingsensor.
- Stroomlek in elektrische condensator.
of
het
luchtfilter
goed
of
er
letters
op
het
NL
Onderhoud aan het einde van
het seizoen
1. Laat op een zonnige dag het toestel een
halve dag in de stand ventilatie draaien
om de binnenkant te drogen.
2. Als het toestel gedurende langere tijd niet
gebruikt zal worden, schakel het dan van
de stroomvoorziening af en controleer of
de letters uit het LCD-scherm verdwenen
zijn.